Een warrige, maar boeiende brei van (meta)fictie
Wilder is een eenzame en gepeste jongen wanneer hij in de zomer arriveert in Whistler Bay met zijn ouders. Algauw maakt hij echter kennis met de lokale jongeren Nat en Harper die hem in hun kring toelaten. Wilder bloeit op onder de aandacht van zijn nieuwe vrienden, maar er zijn ook spanningen die hen alle drie bezighouden. De zogeheten Messenman dwaalt rond in Whistler Bay en maakt foto’s van slapende kinderen met een mes tegen hun keel aan. Zowel Nat als Wilder hebben gevoelens voor Harper, maar maken een pact om daar allebei niks mee te doen. En dan zorgt een gruwelijke ontdekking voor het einde van een lange zomer en het begin van de ellende voor Wilder. Maar wat is waar en wat is fictie? Onderhuids is geschreven door Catriona Ward (1982) en vertaald door Mariëtte van Gelder. Dit is Wards derde vertaalde boek naar het Nederlands.
'Het verhaal vereist een alertheid en bereidheid van de lezer om alle puzzelstukjes in elkaar te laten passen.' – recensent Demi
Wilder is de spil van het verhaal: hij bloeit op onder de aandacht van zijn nieuwe vrienden Nat en Harper, maar hij krijgt tijdens de zomers die hij in Whistler Bay doorbrengt ook tegenslagen te verduren die hem tekenen voor het leven. Als student blijft Whistler Bay door zijn hoofd spoken en uiteindelijk besluit hij na aansporing van mede-student Sky over de traumatische gebeurtenissen te schrijven. Veel rust biedt dit hem echter niet, en zijn lot wordt ongemerkt besloten door zijn keuze alles op papier te zetten.
Metafictie speelt een grote rol in dit verhaal; gaandeweg kom je erachter dat je soms niet gewoon een verhaal leest, maar een verhaal ín een verhaal. Wat wat is ontdek je pas als je bijna bent doorgestoomd naar het eind. Wie een lineair verhaal verwacht waarbij je niet al te hard hoeft na te denken komt in ieder geval bedrogen uit. Interessant is dat de personages ook niet altijd weten wat echt is of niet – feit of fictie.
Ward toont net als in haar eerdere werken – Het laatste huis en Zonnewijzer – dat ze een goede grip op haar plot en personages heeft, en haar schrijfstijl is boeiend. Ze tekent een wereld in haar boek die sprekend op de onze lijkt met uitzondering van een vleugje van het bovennatuurlijke. In elk van haar boeken komt dit op een andere manier ten uiting, en in dit deel is het evenwicht tussen realisme en surrealisme misschien iets te veel uit balans.
Dit voel je vooral in de tweede helft van het boek. De uitwerking van het slot voelt ontoereikend na alles wat de personages hebben meegemaakt; het verhaal komt vrij abrupt ten einde na enkele bizarre ontknopingen en roept meer vragen op dan het beantwoordt. Dit is niet iets nieuws voor het werk van Ward, maar hier is te veel verwarring om eigen conclusies te kunnen trekken.
Feiten en fictie zijn sterk vervlochten in dit boek. Hoe verder je komt, hoe lastiger het wordt om uit elkaar te houden wat ‘echt’ is binnen de context van het boek en welke gedeeltes zijn opgeschreven en verzonnen door de personages zelf. Onderhuids blijft niet zo onder de huid zitten zoals Wards eerdere twee boeken, al is het alsnog een boeiend boek dat de aandacht van de lezer weet vast te houden – als die tenminste bereid is ervoor te werken. Het verhaal vereist namelijk een alertheid en bereidheid van de lezer om alle puzzelstukjes in elkaar te laten passen – zonder daarvoor beloond te worden met een duidelijk plaatje.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een onwaar boek' en 'Lees een duister boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie