Een uitgebreide blik op de man achter de horrorlegende
Stephen King, de meester van de horror, is bang. Voor zo’n beetje alles. Alle angsten die de personages in zijn omvangrijke oeuvre hebben, deelt hij hoogstwaarschijnlijk zelf. Angst voor spinnen, de dood, afgesloten ruimtes, vliegen, en toepasselijk genoeg, het ongeluksgetal dertien. King schrijft namelijk altijd stug door als hij op pagina dertien of een veelvoud daarvan in zijn manuscript komt. Ook blijft hij nooit op die noodlottige pagina’s hangen als hij een boek leest en springt hij altijd over de dertiende trede voor zijn huis.
Dit feitje over King wordt meteen in de inleiding van deze biografie gedeeld door auteur Lisa Rogak (1962), waarmee je al één puzzelstukje uit de psyche van een van de bekendste genreauteurs te pakken krijgt. Achteraf gezien is het logisch dat een man die beroemd is geworden door zijn horrorverhalen, zelf als geen ander weet hoe het voelt om bang te zijn en wat er dan met je lichaam en geest gebeurt.
‘Literatuur moet dicht op de huid zitten (…) Ik wil dat de tekst je beetgrijpt en je in een zweterige omhelzing vasthoudt, waardoor je niet meer kunt ontsnappen. Ik heb altijd mijn best gedaan om de lezer tegelijkertijd te kwellen en te verrukken. Ik vind dat een boek op vele manieren tegelijk heel levendig en gevaarlijk moet zijn.’
King is echter veel meer dan alleen een horrorschrijver. Toen hij voor het eerst van het horrorgenre afweek, begrepen veel fans toentertijd deze sprong niet en verloor King een aantal van zijn meest trouwe lezers. Ook de recensenten waren niet altijd even mild over het feit dat King serieuzere literatuur wilde schrijven naast zijn genrewerk. Zo blijkt dat het, zelfs voor een bekende naam als King, erg lastig is om de stap van genreauteur naar literaire auteur te maken.
Rogak heeft deze inzichten over King verwerkt in hoofdstukken die op chronologische wijze Kings leven optekenen van zijn geboorte tot aan 2018. De oorspronkelijke biografie kwam in 2008 uit, maar deze vertaling van het boek is een herziene versie waaraan enkele pagina’s zijn toegevoegd om op beknopte wijze de tien jaar sinds het boek uitkwam, te beslaan. Deze actuele pagina’s zijn fijn, maar komen over als een snelle opsomming doordat in de rest van de biografie elk jaar in de carrière van King uitgebreid wordt behandeld. Hier hadden dus zeker wat meer pagina’s aan gewijd mogen worden.
Door middel van interviews met vrienden, familie en collega’s van King weet Rogak de man achter de persona bloot te leggen en krijg je een goed beeld waarom King de man en schrijver is geworden die hij nu is. Een moeilijke jeugd in armoede heeft King gevormd tot iemand die niks geeft om zijn huidige rijkdom en vooral een doodnormale man uit Maine is gebleven. Zijn vroegere drugs- en alcoholverslaving wordt breed uit de doeken gedaan en de passages over zijn unieke en gedisciplineerde werkwijze tonen heel interessante kanten van King. Hij kan niet zonder schrijven en uiteindelijk is dat, naar eigen zeggen, altijd zijn belangrijkste drug geweest.
Fans van King zullen misschien niet heel veel nieuws ontdekken in deze biografie, maar desondanks is dit een uitgebreid en fijn geschreven boek dat op overzichtelijke wijze inzicht biedt op Kings leven. Op het eind van het boek vind je een handige tijdlijn met alle belangrijke gebeurtenissen en zijn publicaties, met daarna ook nog een bibliografie met boeken die Rogak heeft geraadpleegd. Mocht je interesse hebben in andere biografieën over King en essays over zijn werk, kun je daar gemakkelijk op verder zoeken.
Reageer op deze recensie