Een méér dan aardig boek waarmee Ilja Gort de lat hoog legt
Het is wijnboer en –kenner Ilja Gort wel toevertrouwd te schrijven over een wijnboerderij, wijnfraude én zijn geliefde Frankijk. Na Het wijnsurvivalboek, Leven als Gort in Frankrijk en een aantal romans, volgt nu de thriller Château Fatale.
In Château Fatale maken we kennis met Leonie Fougard, journaliste bij Le Figaro. Zij mengt zich als undercover tussen een groep krakers die in een voormalig bankgebouw bivakkeren. Ze leert daar Serge kennen die haar laat zien hoe ze moet vechten om een tegenstander uit te schakelen. Als zij een telefoontje krijgt van haar baas die haar sommeert terug te komen, onthult zij haar ware identiteit aan Serge. De dag voordat haar verhaal in de krant gepubliceerd wordt, wordt ze bedreigd door twee krakers, maar Serge schiet haar te hulp.
Een jaar later zijn Leonie en Serge, inmiddels een stel, op weg naar Corsica waar Leonie voor Le Figaro een verhaal over de FLNC (een groepering die strijdt voor een onafhankelijk Corsica) moet schrijven. Op het moment dat zij een afspraak heeft met een journalist, wordt er brand gesticht bij het huisje waar Leonie en Serge logeren. Serge overleeft deze brand niet. Leonie zweert wraak en zet alles op alles om de dader(s) te achterhalen. Zij krijgt hulp van Casse-Tête, gedeserteerd uit het vreemdelingenlegioen. Maar zij krijgen te maken met Youssouf ‘Mbassa oftewel Edelweiss, een albinoneger die gevlucht is uit zijn vaderland en in Frankrijk terecht is gekomen. Twintig jaar na zijn vlucht staat hij aan het hoofd van een misdaadimperium en verdient miljoenen. Totdat hij na een deal gesloten te hebben met Alain, zoon van een wijnboer, een stapje te ver gaat. Dat is het begin van een grootschalige klopjacht die zijn weerga niet kent.
Château Fatale is contradictoir te noemen in die zin dat rauw, plat taalgebruik wordt afgewisseld met lieflijke beschrijvingen van het Franse landschap. Het boek leest als een TGV, mede door de afwisselende, vaak humoristische schrijfstijl en de spanning die dan weer aanwakkert dan weer afneemt, maar wel sluimerend op de achtergrond aanwezig blijft, zeker in de tweede helft van het verhaal. Af en toe zijn de gebeurtenissen redelijk ‘over the top’, onwerkelijk of ongeloofwaardig, maar dit zij Gort vergeven, want het past eigenlijk ook wel weer enigszins in het hele verhaal. De karakters worden niet echt uitgediept, maar je krijgt als lezer toch een aardig beeld van de hoofdpersonen Leonie, Alain, Casse-Tête en Edelweiss. Een ander minpuntje is dat de plot enigszins voorspelbaar is. Ook de, vaak gedetailleerde, informatie over de geweren en munitie had hier en daar wat minder gekund.
Toch, alles bij elkaar, een méér dan aardig boek, waarin genoemde minpuntjes ruimschoots gecompenseerd worden. Een verhaal waarin Gort actie, geweld, goede dialogen vaak doorspekt met humor, romantiek, de beeldende beschrijvingen van het charmante en mooie Franse land, fictie én non-fictie moeiteloos combineert. Een boek ook, dat zich uitermate zou lenen om verfilmd te worden, door de vele actiescènes en de verscheidenheid aan personages.
Gort legt met dit boek de lat hoog, maar hopelijk heeft hij genoeg inspiratie om nog meer van dit soort boeken te schrijven.
Reageer op deze recensie