Een boek met meerdere 'gezichten'
Het jaar van René Magritte, in 2017 is het 50 jaar geleden dat hij overleed, is de aanleiding van het boek De zaak Magritte. Aan Toni Coppers de eer om, op verzoek van de erven van Magritte, dit boek te schrijven en hij neemt daarmee meteen de gelegenheid te baat een nieuw hoofdpersoon te scheppen: Alex Berger, wiens vrouw Camille twee jaar eerder tijdens de aanslagen in Parijs omkwam.
In de proloog maken we kennis met Claire Collinet, galeriehoudster in Parijs. Van het ene moment op het andere wordt ze in de gaten gehouden door twee mannen die afwisselend bij de galerie en bij haar thuis opduiken. En als ze op een dag thuiskomt, blijkt dat een van de mannen bij haar thuis binnengedrongen is.
Dan, in Brussel, ontwaakt de 44-jarige Berger na weer een nachtmerrie. Hij verwijt zichzelf nog steeds dat hij niet bij zijn vrouw was ten tijde van de aanslagen in Parijs. Na twee jaar van behandelingen voor depressiviteit en drankgebruik realiseert hij zich dat hij, mede gezien het feit dat zijn spaargeld op begint te raken, weer werk zal moeten gaan zoeken. Dan krijgt hij een telefoontje van Lucas Leroux, een oud-collega, nu commissaris bij Moordzaken, met de vraag te helpen met een zaak. Hij kan dit niet opbrengen. Een dag later, twee jaar na de aanslagen en de dood van Camille, gaat hij naar Parijs op uitnodiging van twee vriendinnen van haar die een herdenking gepland hebben. Door een toevallige opmerking van een van de aanwezigen bedenkt Alex zich. Hij belt Leroux en biedt zijn hulp aan. Dan begint de grote zoektocht naar een dader die al een aantal malen toegeslagen heeft en telkens een briefje achterlaat met eenzelfde tekst. Een speurtocht die zich afwisselend in Parijs en Brussel afspeelt.
Alex Berger is een interessant personage – depressief na de dood van zijn vrouw, weet met zijn leven geen raad meer, drinkt veel te veel en kan het niet meer opbrengen sociale contacten aan te gaan. Hij wordt vaak geplaagd door gruwelijke nachtmerries en vraagt zich af wat het leven nog voor zin heeft. Een ernstig beschadigd persoon en daardoor een uitstekend bruikbaar personage voor een schrijver. Coppers maakt hier dan ook dankbaar gebruik van.
Het verhaal in De zaak Magritte kent twee belangrijke verhaallijnen: het leven van Alex Berger en de zoektocht naar een dader. Daartussendoor lopen nog wat kleinere, minder belangrijke, verhaallijnen. Ook de verwijzingen naar (het werk van) Magritte komen uiteraard aan bod. De werken van Magritte zetten aan om na te denken. Je ‘ziet’ iets, maar het is niet wat je denkt dat je ziet en wat je ziet wordt vaak door sluiers verborgen. Deze aanzet tot anders denken wordt eigenlijk ook op diverse manieren doorgetrokken in het verhaal en dat is een knap staaltje werk van Coppers.
De ietwat sinistere toon van de proloog en het begin van het verhaal verdwijnt al snel om plaats te maken voor een ander soort schrijfstijl: het ‘dagdagelijkse’ leven en een beschrijving van de zaken en taken die gedaan moeten worden en die horen bij een moordonderzoek. Wat wel blijft is de strijd die Alex iedere dag opnieuw weer moet voeren om te overleven. Later verandert de schrijfstijl opnieuw, wordt bijna melancholisch en zo is dan ook het einde.
De zaak Magritte is een boek dat wisselende schrijfstijlen kent, een inkijkje geeft in het leven van Alex Berger en daarnaast toewerkt naar de ontknoping en de oplossing van diverse misstanden én misdaden. Een boek met meerdere gezichten en door de diverse verwijzingen naar de schilderijen en uitspraken van Margritte tevens een subtiel eerbetoon aan deze grote Belgische schilder. De afbeelding op de voorkant van het boek is hiervan wellicht een van de beste voorbeelden.
Reageer op deze recensie