Een sterk psychologisch verhaal
Carmel, een speciaal kind, een ‘oude ziel’ en een dagdromer, is de achtjarige dochter van Beth en Paul. Haar ouders zijn gescheiden en Carmel woont bij haar moeder. Als ze tijdens hun vakantie een dagje naar een verhalenfestival gaan, gebeurt er iets waardoor hun levens in één klap veranderen: ze raken elkaar kwijt. Als Carmel haar moeder probeert terug te vinden, komt ze een man tegen die beweert dat hij haar grootvader is. Hij vertelt dat Beth een vreselijk ongeluk heeft gehad en dat hij haar naar haar moeder in het ziekenhuis brengt. Maar in plaats daarvan neemt hij haar mee naar zijn huis waar hij woont met een zekere Dorothy. Elke keer als ze naar haar moeder vraagt of haar wil gaan opzoeken, komt ‘opa Dennis’ met een andere smoes. Een tijdje later vertelt hij Carmel zelfs dat haar moeder overleden is en dat haar vader niet voor haar kan zorgen. In de tussentijd leeft Beth in een soort trance. Pas ongeveer anderhalf jaar na de verdwijning van Carmel start ze met een opleiding verpleegkunde. Tot die tijd heeft ze, samen met haar ex-man Paul, op alle mogelijke manieren geprobeerd een spoor van Carmel te vinden. Haar vroegere vriendin Alice vertelt haar op een dag over een kerkbezoek van haar samen met Carmel jaren geleden. Ze namen deel aan een genezingsdienst en een man, met wie ze nog een tijdje hadden gesproken, bleek toen in Carmel geïnteresseerd te zijn. Dat verhaal blijkt uiteindelijk de sleutel naar de oplossing van Carmels verdwijning te zijn.
Kate Hamer hanteert in Het meisje in de rode jas, haar eerste boek, vaak een nogal poëtisch, soms zelfs zweverig taalgebruik. Dit taalgebruik wordt zowel gebruikt in het verhaal van Carmel als in dat van Beth. Beiden komen om en om aan de beurt om vanuit hun perspectief hun leven vanaf de dag van de verdwijning te beschrijven.
Carmel is een bijzonder kind en beschikt over helende gaven. Haar (zogenaamde) opa wil hier een slaatje uit slaan. Hij neemt haar mee voor zogenaamde healings en probeert op die manier geld aan haar te verdienen. Het is dan ook niet vreemd dat Kate Hamer in een interview aangeeft, dat de verhaallijn van haar tweede boek een flinke dosis van het bovennatuurlijke bevat. Kennelijk is zij hier op een of andere manier door gefascineerd.
Het meisje in de rode jas is geen actiethriller waarbij je op het puntje van je stoel zit. Hamer zegt zelf wel dat het een thriller is waarbij de relatie tussen moeder en dochter het effect versterkt, maar strikt genomen is het vooral een psychologische roman, want op psychologisch vlak is het een sterk verhaal. Een verhaal waar je als lezer in meegezogen wordt en waarbij er genoeg ruimte is voor speculaties.
Je blijft je ook afvragen wie ‘opa Dennis’ en Dorothy zijn, maar de belangrijkste vraag is natuurlijk of Carmel en haar moeder uiteindelijk herenigd zullen worden.
Er zitten wel een paar vreemde wendingen in het verhaal. Bijvoorbeeld de nogal ‘plotselinge’ introductie van de tweeling Silver en Melody, kinderen van Dorothy. En waar het overgrote deel van het verhaal uitvoerig wordt beschreven, bijna dag voor dag, maakt Hamer op enig moment reuze sprongen voorwaarts en zijn we, voor we het weten, opeens jaren verder. Goed beschouwd gebeurt er niet zo heel erg veel in de tijd dat Beth en Carmel gescheiden zijn. En wat er gebeurt komt uiteindelijk veelal op hetzelfde neer. Jammer is ook dat er, zoals in veel gevallen, niet echt goed naar de plot toegewerkt wordt en dat deze ook niet echt goed uitgediept is. Het geeft een nogal abrupt einde aan het hele verhaal.
Het meisje in de rode jas, dat wordt gezien als een moderne versie van Roodkapje, is enerzijds een intrigerend verhaal over een moeder-dochterrelatie, anderzijds had het verhaal nog intenser en spannender gemogen.
Reageer op deze recensie