Schrijfstijl verzwakt de verhaallijn
Andreas Rood debuteerde in 2012 met het boek Wolkenkamer. Dit boek kreeg goede recensies. Het boek werd beoordeeld als spannend, meeslepend, fantasierijk en het kende een goede plot. Zijn tweede boek, Nena, staat hiermee in schril contrast.
Het verhaal draait grotendeels om Hugo, minister-president. Hij wordt gechanteerd. Na een bijeenkomst wordt Hugo benaderd door een paar aanwezigen die een voorstel hebben gedaan over het inzetten van pensioengelden, dit om de ontstane gaten in de begroting te dichten en de financiële crisis op te lossen. Mocht hij tegen hun voorstel stemmen, dan bestaat de mogelijkheid dat er 'iets' met een of meerdere van zijn drie kinderen gebeurt. Hij vertelt zijn vrouw Nena hierover en verzoekt haar alert te zijn. Dan vat Hugo het plan op om, samen met zijn gezin, het land een tijdje te verlaten. Ze vliegen naar Argentinië. Een vriend van Nena’s vader bezit ‘in the middle of nowhere’ grote wijngaarden. Daar denken ze veilig te zijn. Maar helaas, ze worden getraceerd en er worden meteen mensen naar Argentinië gestuurd om actie te ondernemen. Het lukt ze om een van de dochters, Sonja, te ontvoeren. En dan begint een kat-en-muisspel.
Naast dit verhaal spelen nog twee andere verhalen. Eén over een grootschalig afluisterprogramma waar ook ‘politiek Den Haag’ mee te maken heeft. Het andere heeft (ook) te maken met een chantagezaak. Vincent, medewerker van een grote organisatie, wordt gevraagd om, in ruil voor vijf ton, informatie te lekken. Al deze verhaallijnen lopen door elkaar heen.
Het eerste dat opvalt als je in Nena begint te lezen is de schrijfstijl. Deze is nogal kinderlijk, soms zelfs tenenkrommend. Spreektaal is omgezet in schrijftaal, wat het lezen meteen een stuk minder prettig maakt. De manier waarop dingen verwoord worden, details die er niet toe doen en de totaal overbodige samenvattingen van eerdere gebeurtenissen maken het verhaal stroperig. De erotische scènes zijn vaak zelfs lachwekkend.
De spanning in het verhaal is ver te zoeken, mede doordat er vaak van de oorspronkelijke verhaallijn wordt afgeweken. Zoals reeds eerder gezegd lopen er meerdere verhaallijnen door het boek, maar deze hebben geen versterkend effect. Integendeel. Een paar andere onverklaarbare dingen die in het boek opduiken hebben betrekking op het feit dat Hugo, als hij onder grote spanning staat, praat in zijn slaap en aldus het hele chantageverhaal (dat hij in eerste instantie niet aan Nena verteld heeft) bij haar toch bekend is. Henk, minister van Economische Zaken, ‘ziet’ lichtflitsen die hem waarschuwen. Al naargelang de kleur van de lichtflits weet hij of het om positieve dingen gaat of dat er gevaar dreigt. Hugo en zijn gezin vertrekken naar een vriend van Nena’s vader. Beiden kennen elkaar al van de middelbare school, maar Nena heeft deze vriend van haar vader nog niet eerder ontmoet, kent hem niet eens. Dit alles maakt het verhaal ongeloofwaardig. Dit wordt nog eens versterkt door het gegeven dat Hugo (als minister-president) wordt neergezet als een slap persoon die geen beslissingen kan nemen. Nena overklast hem op alle vlakken. Zij regelt en bedenkt alles en ergert zich vaak aan zijn besluiteloosheid.
De onderwerpen die Rood aanhaalt zijn actueel. De financiële crisis, het geld dat aan Griekenland betaald moet worden, het vluchtelingenprobleem en zeker ook de afluisterpraktijken. Maar de vorm waarin en de manier waarop het verhaal geschreven is, haalt deze actualiteit helemaal onderuit. Rood geeft aan dat hij veel plezier beleeft aan het schrijven. Het iets kunnen doen met herinneringen en deze koppelen aan recente gebeurtenissen, waardoor je de meest spannende situaties krijgt. In Wolkenkamer schijnt deze opzet gelukt te zijn. Maar ondanks dat hij aangeeft dat in deze tweede thriller spanning, humor en emotie zijn samengebracht, valt er over Nena helaas weinig goeds te zeggen.
Reageer op deze recensie