Inkijk in het werk en leven van Albert Willem van Renterghem
In De wonderdokter maakt Rinus Spruit de autobiografie van Albert Willem van Renterghem toegankelijk voor een brede lezersstroom. Het is het verhaal van een Zeeuwse plattelandsdokter, die in Nederland de psychische hulpverlening op gang bracht. Zijn worsteling met de mores en zijn baanbrekend werk liggen ingebed in een beschrijving van de sociale en medische situatie eind 19e en begin 20ste eeuw.
De tijd waarin ‘de mens wikt en God beschikt’ de medische progressie in de weg stond, en al helemaal de invoering van hypnose. Van Renterghem werd erdoor gegrepen. Idolaat van Liébeault, de grondlegger van de suggestie- en reëductietherapie. Wanneer hij op latere leeftijd via Jung en Freud met de psychoanalyse kennismaakt, brengt dat verwarring teweeg. Spruit toont zich geraakt door de miskenning van een arts, die een unieke rol speelde in een periode van grote veranderingen in het maatschappijbeeld.
Er was geen insuline, geen antibiotica; narcose verkeerde in de embryonale fase. Zelfs een plaatselijke verdoving werd amper gekend. De tijdgenoot aanvaarde gelaten het gebrek aan medische kennis, de beunhazerij, want zo was het immers door God beschikt. De wonderdokter geeft een inkijk in het leven van een trotse geneesheer, die zijn successen breed uitmeet en voor mislukking geen plaats maakt.
Wat dat betreft zet zijn confrater Frederik van Eeden hem op z’n plaats, met de ontboezeming over teleurstellingen. Van Eeden, huisarts en psychiater, voelde zich al snel meer aangetrokken tot de literatuur, hetgeen ons onder meer De kleine Johannes en Van de koele meren des doods heeft opgeleverd. Beide erudiet, maar waar de één door heel Nederland wordt gekend en erkend is de waardering voor ‘de wonderdokter’ niet veel verder gekomen dan het archief in Goes. Ja, men heeft weleens zijn naam gehoord.
We leren Van Renterghem kennen als een man die oog heeft voor sociale noden, maar tevens als iemand die het goed met zichzelf voor heeft. Een medicus die de ‘zin van het zijn’ afhankelijk maakt van het geestelijk goed. Verheven in zijn denken, met deernis voor het volkse denken en het slaafse volgen. Gedetailleerde beschrijving van klein menselijk leed, het eigen verdriet wat dik aangezet.
Spruit onttrekt de nestor van de psychotherapie, de man die de hypnose en psychoanalyse in Nederland introduceerde, aan de vergetelheid. Hij doet dat in een toegankelijke paperback, waarbij de 1300 pagina’s die de arts achterliet van veel bijzaken zijn ontdaan. Maar daarbij is de beschrijving van de sfeer en de tijdgeest op geen enkele wijze geweld aangedaan.
Reageer op deze recensie