Geheime diensten en legertop op de pijnbank
De tweede, grondig herziene druk van De doofpotgeneraal raakt defensie en journalistiek tot in de haarvaten. Maar om volstrekt uiteenlopende redenen. Auteur Edwin Giltay beschrijft tot in details hoe mis het is met onze inlichtingendiensten, toegedekt door Defensie, de Nationale Ombudsman en met beschadigde ministers in het verlengde. Die zullen net als de lezers hun ogen vol ongeloof hebben laten rollen. Het niet voorzien zijn van juiste gegevens ontslaat hen niet van de plicht om serieuze waarheidsvinding te betrachten. Het is onterecht het zo te zien dat ze ‘erin zijn geluisd.’
Giltay spaart niets en niemand in zijn verhaal over spionnen bij internetprovider Casema. Een ervan is de echtgenote van generaal Van Baal. Met bewonderenswaardige moed en doorzettingsvermogen zet hij zich jarenlang om voor gerechtigheid, waarbij hij hobbels ter hoogte van de Alpe d’Huez moet overwinnen. Hij krijgt een kring van mondige en deskundige medewerkers, ook in het journalistieke circuit, om zich heen die zich net zo ergeren aan eerherstel van een generaal die er niet voor terug deinsde om zijn vrouw te laten spioneren. Een generaal die mede verantwoordelijk was voor de bescherming van 7.000 Moslimmannen met een genocide als treurige afloop.
Maar hoe taai is de weerstand tegen het blootleggen van wantoestanden. Een rechtbank die zich laat verleiden tot het verbieden van verdere verspreiding van het boek, daartoe in de beleving van Giltay aangezet door de staat. Dat het gerechtshof daar niet in meedoet en de auteur eerherstel toemeet, zou voor de wetgevende macht in dit land aanleiding moeten zijn om met de billen bloot te gaan. Dat een verdoezeld fotorolletje van Srebrenica er een rol in speelt en daarmee het gezicht van Nederland gidsland (b)lijkt de bovendrijvende reden om onderzoek te bruuskeren. Niet zo verwonderlijk dat daar de media-aandacht zich met name op richt. Een onopgeloste kwestie die een kabinet deed sneven en waarvan de waarheid maar niet boven water wil komen.
Nederland is bepaald geen koploper in het toegeven van essentiële misdrijven. De doofpotgeneraal legt daarvoor legio bewijzen op tafel. De tekst leest gemakkelijk weg. Een beetje vergezocht is het argument dat een generaal als hooggeplaatst militair geen seksuele relatie mag hebben met een ondergeschikte. Op zich natuurlijk correct, maar onhoudbaar in de man-vrouw-relatie. Deze losse flodder is ook volkomen overbodig bij zoveel rake treffers die worden uitgedeeld. De afwijkende benadering door Defensie van iemand met sympathie voor de herenliefde is nog een kwestie in de marge. De Marine krijgt hier het verwijt een ongepaste koers te varen. Waarom de uitgever van het boek zich niet aan een herdruk waagde blijft onbesproken. Giltay zal zich er niet door hebben willen laten afleiden van waar het hier wezenlijk om gaat.
Een geschreven portret dat de inwoners van dit land de nare gedachte moet ingeven niet meer op de hoogste instanties aan te kunnen, het beeld van een land geregeerd door mensen die verdoezeling met een kapitaal schrijven. Gelukkig dat er dan nog een Gerechtshof is. ‘De inlichtingendiensten gefileerd, de overheid ontmaskerd’ had ook een titel kunnen zijn. Soms overstijgt de waarheid de fantasie. De herdruk met acht nieuwe hoofdstukken die voornamelijk het vergeefs bepleite verbod op uitgave raken, mogen daarvan een bewijs zijn. Nu nog openbaring van het filmrolletje. Of is dat te veel verbeelding?
Reageer op deze recensie