Bredero: vrijmoedig jongmens en literair genie
Het kan verkeren, maar de kans dat ooit meer aan het licht komt over het leven van Gerbrandt Adriaensz. Bredero dan het weinige wat nu bekend is, valt te verwaarlozen. Het blijft bij het grote gissen. We moeten het doen met de rijkdom van zijn ongekend grote productie, afgemeten tegen de slechts 33 jaren die hem zijn gegeven. Maar liefst dertien toneelstukken, 200 liederen/gedichten en onnoemelijk veel gelegenheidswerk komen van zijn hand.
René van Stipriaan (1959) haalt in De Hartenjager alles uit de kast om de betekenis van Bredero voor de vaderlandse literatuur te duiden, rekent af met mythen en legenden, trakteert op grondige analyses. Laat het aan de lezer over om te oordelen of de jongeling uit het hoofdstedelijk volksleven van begin zeventiende eeuw thuishoort in het rijtje Vondel, Hooft, Cats en Huygens. Tackelt en passant academici die in bewijsvoering over elkaar heen vallen. Ze schuiven hem wat al te gemakkelijk in hoeken op grond van acceptaties.
Vast staat dat hij vaardiger is in het schilderen met woorden dan in het penselen met verf, wat hij beroepshalve uitoefent. Het is een turbulente tijd met ongekende vrijheden, waarvan Bredero in zijn scheppingsdrang optimaal gebruik maakt. In zekere zin is het jaar 1618, waarin hij op zeer jeugdige leeftijd komt te overlijden, een cesuur. Raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt wordt gearresteerd, Hugo de Groot aangehouden en de rem gezet op een korte periode waarin autoriteit de teugels uit handen gaf.
De titel van het boek slaat op de amoureuze dichter. In nagenoeg al zijn werk speelt de liefde en wat dat in de mens los maakt een grote rol. Zelf schijnt hij er zijn weg niet in te hebben kunnen vinden, al blijft het gehuld in schimmigheden. Het steekt bij academici dat hij als niet bestudeerde jongen van het volk tot zulke prestatie komt. Ze laten zich meten met die van Shakespeare, zoveel is duidelijk. Onverbloemd, met grote diepgang, nooit herhalend.
Vondel, P.C. Hooft, Spiegel en Coornhert hebben geen moeite om de genie in hem te erkennen. Subliem in het verwoorden van hartstocht. Het vergt groot inlevingsvermogen om het raffinement te doorvorsen. Plat, leunend tegen pornografie, maar zo mooi geschreven. De bijdrage aan het opkrikken van onze volkstaal, waardoor deze zich kan meten aan de klassieken, is moeilijk te overschatten. Als het puriteinse Calvinistische Nederland zich door de eeuwen heen van hem vervreemdt, volgt steeds eerherstel.
De Spaansche Brabander, Moortje en de Klucht van de Koe, het zijn drie creaties die tot op de dag van vandaag grote achting genereren. Van Stipriaan laat de vrijheid om hem als een drinkebroer en jongen van de straat te typeren. Biedt geen ontsnappingsmogelijkheid om het literair genie weg te schoffelen. Hij voedt met de toelichting op essentiële vaardigheden het begrip voor de waarde van Bredero, die op een leeftijd dat andere erkende literaire grootheden nog tot wasdom moeten komen een volk al schatplichtig maakt. Net als eerdere boeken Over het volle leven en Lof der botheid geeft De Hartenjager een onvergelijkbare inkijk in de literatuurgeschiedenis. In begrijpelijke taal, met veel oog voor het detail.
Reageer op deze recensie