Door IS gemartelde journalist waarschuwt Europa
De Koerdische journalist Masoud Aqil werd negen maanden gemarteld door Daesh, een acroniem gevormd uit de Arabische aanduiding voor IS. Inmiddels heeft Duitsland hem de gelegenheid geboden een nieuw bestaan op te bouwen. Dat koppelt hij aan een dringende waarschuwing aan een tweede vaderland waarin 570 Islamitische verdachten in de slipstream van vluchtelingen meeliften. Onder hen bevinden zich mannen die zijn vrienden in de gevangenis onthoofden. Hij noemt het een situatie met tikkende tijdbommen, die op z’n minst de multi-etnische samenleving splijten. Begrijpt niet dat sociale media die seksvideo’s mijden als de pest zich wel openstellen voor jihadistische propaganda.
Zijn verhaal over IS-methodes in het boek De jongen die tegen IS strijdt, vertaald door Jan Smit, is afschuwelijk. Middenin de nacht een oranje overall aan die de opmaat vormt voor een nekschot, niet zelden gegeven door kindsoldaten van amper acht jaar. Masoud werd drie keer in zo’n overall gehesen. Hij kreeg uiteindelijk zijn vrijheid als onderdeel van een ruilobject. Samen met zijn moeder ondergaat hij de ontberingen op weg naar Europa, de uitbuiting door misdadige bootverhuurders. Een dringende oproep aan Europa om zich niet te laten leiden door zogeheten bekeerlingen die als gehersenspoelde IS-aanhangers nooit hun moorddadige instelling van zich af kunnen zetten. Schrijnende, weerzinwekkende voorbeelden.
Een verhaal van binnenuit. Je kunt het iemand die alles aan den lijve heeft ondervonden niet euvel duiden als hij even de realiteit uit het oog verliest. Met name in zijn onbegrip voor Europese ouders die willens en wetens hun kinderen beschikbaar stellen voor het plegen van bizarre misdaden. Gesprekken met wanhopige ouders die hun kinderen in moordenaarshanden zagen belanden, moeten hem van dat waanidee afhelpen. Hier veralgemeniseert de auteur, die zelf zo voor waarheidsvinding gaat, uitzonderingen.
In zijn kritiek op te lichte straffen voor zwaar vergrijp, opgelegd aan teruggekeerde IS-strijders, staat hij zeker niet alleen. Een salafistisch extremistisch milieu ontgroei je niet zomaar. Ook zijn gedachte dat IS de gewelddadigheid in Europa voortzet daar waar ze uit kerngebieden werden verdrongen, is in de ogen van velen geen utopie. Gevangenissen als broedplaatsen voor criminelen is een andere door hem gedane constatering.
Indrukwekkend is de bijdrage over de Duitse journalist Todenhöfen die tijdens een reis door IS-gebieden tot de conclusie kwam dat de Amerikaanse uitbuiting echt een graadje erger is dan wat jihadisten de mensheid aandoen. Je kunt met hem meevoelen als hij zich vol afschuw uitspreekt over het oordeel van een man die zelf toegeeft dat het hem overal onmogelijk werd gemaakt met eigen ogen waar te nemen.
Eerst en vooral krijgt de lezer een goed idee wat IS behelst, hoe ze in elkaar steekt en naar elkaar toe al net zo gewelddadig is. Misschien wat zwartgallig als hij de intelligentie van gevluchte moslims op de hak neemt. 'Gevlucht voor het geweld in eigen land rennen ze de eerste de beste moskee binnen om zich door een agressieve imam de kop gek te laten maken en de mannen waarvoor ze de benen namen op een schild te hijsen.'
Wanneer je zelf 800 dagen bent gemarteld, vernederd en vertrapt door gevoelloze criminelen heb je wellicht meer gevoel bij de realiteit dan wanneer je het uit de tweede of derde hand ervaart. Een boek dat aanzet tot nadenken en dat is nooit verkeerd.
Reageer op deze recensie