Hoe Hitler de media zand in de ogen strooit
In het boek De vergeten gesprekken met Hitler wil Eric Branca duidelijk maken hoe de internationale pers (met name die in Frankrijk, Engeland en Amerika) zich door de Führer bij de neus liet nemen door het maskeren van zijn ware bedoelingen. Branca presenteert zestien interviews waaruit dat moet blijken. Ze staan in toonaangevende bladen. Onder hen journalisten die politieke inschikkelijkheid etaleren. Anderen laten zich misleiden door de taal van een man die over groot redenaarstalent beschikt.
Is het allemaal zo verbazingwekkend dat de media in de val trappen, daar waar politieke leiders als de Britse Chamberlain en Franse president Daladier eveneens blind waren voor zijn ware bedoelingen en zich in bochten wrongen om de vrede te bewaren? Hitler wist precies door wie hij wat moest laten zeggen, met propaganda gericht op de massa. Hij had natuurlijk de omstandigheden mee; het Duitse volk zat aan de bedelstaf door de knellende bepalingen van de Vrede van Versailles, waarmee de Eerste Wereldoorlog werd beëindigd. En natuurlijk ook de dreiging van het communisme.
Het was een kwestie van de juiste snaar aanroeren, angst zaaien en hoop verstrekken in brallende woorden. Een schoolvoorbeeld van met de mond belijden en met de daad bestrijden. Als het ook nog gepaard gaat met economisch herstel, vergeet je al gauw dat die voortvloeit uit vergaande bewapening. Stukje bij beetje fileert Hitler het rechtsgevoel. Tot zo ongeveer de dag voor het binnen vallen in Frankrijk weet hij bij de media de schone schijn op te houden, ver van wapengekletter te staan en oorlogen te verfoeien. Maar dan is het leed met Polen en Tsjechoslowakije al geschied. De lezer zal bij het hoofdschudden over zoveel misleiding een glimlach op het gezicht toveren als een Joodse journalist de Führer een interview aftroggelt.
Het boek geeft inzicht in de meesterlijke psychologische zetten van Hitler. De wijze waarop hij zijn misdadige bedoelingen weet te maskeren. De ongevoeligheid bij verantwoordelijken voor de Joodse vernedering. De onderschatting van de welsprekendheid van een ‘kladschilder’ komt de wereld duur te staan. Knap hoe hij inspeelt op het Franse sentiment in dat opzicht. Knap ook hoe hij zich omringt met de juiste mensen, die de propagandistische hoogstandjes verder het veld indragen. In een tijd zonder televisie waarin communicatie aanmerkelijk trager verloopt.
Branca trekt na wat er van de journalisten is geworden nadat ze de wereldbrand over zich heen kregen. Daarbij stuit je op het gemak waarmee ze aan (dood)straffen ontkwamen in landen als Spanje die dan nog het fascisme een warm hart toedraagt. Slechts een enkele broodschrijver toont inkeer, maar de auteur ziet dat als het schreien van krokodillentranen. Het boek kent een apart hoofdstuk over de houding van de pers in Nederland en België. Daar is Hitler lang de kleine (figuurlijk) onbekende. Wel onderkenden zij al veel eerder zijn ware bedoelingen, met name op het vlak van het antisemitisme. Al was dat niet het geval bij alle kranten: vooral in de katholieke en conservatieve hoek zijn sommige mild voor de Duitse agressor.
Het boek heeft een veelheid aan noten, die de lezer extra steun bieden bij inzichtelijkheid. Ook het chronologisch overzicht van wat zich tussen 1919 en 1940 voltrok is een hulpmiddel. De lezer mag zelf oordelen in hoeverre Branca’s conclusie juist is dat de media de geestenrijp maakten en de rode loper uitlegden voor de grootste usurpator van de twintigste eeuw.
Reageer op deze recensie