Pijnlijke ontwikkeling van moderne geneeskunde
Het is nauwelijks te bevatten dat mensen nog maar anderhalve eeuw geleden zonder verdoving, met een snauw en een grauw als toegift, en plein public operaties ondergingen. De tijd van patiënten als objecten, waarop al dan niet geschoolde artsen hun ‘vaardigheden’ konden botvieren. Gevoelloos, maar dan alleen aan hun kant, want de mensen op de snijtafel leden verschrikkelijke pijnen.
Een man die zich er met hart en ziel tegen verzette was de Amerikaan Thomas Mütter. Wees op zijn zevende jaar, nooit los van (long)klachten met later eraan toegevoegd een stevige scheut jicht. Wellicht daardoor begaan met de medemens die hij zoveel mogelijk leed wilde besparen bij zijn vakkundige ingrepen. Zijn medische mirakels, het durend gevecht tegen de onverschilligheid van menig collega, tegen onhygiënische toestanden, staan centraal in het boek van Cristin O’Keefe Aptowicz, die met dit werk bewijst dat ze naast fictie en poëzie ook met non-fictie over de baan kan. Ze maakt met Dokter Mütters Medische Mirakels de opmars van de geneeskunde voor een breed publiek toegankelijk. Mütters strijdbaarheid tegen onnodig leed en de houding van ‘zo is het nu eenmaal’ raakt medicus en leek.
Als chirurg van het Jefferson Medical College levert hij wezenlijke bijdragen aan de progressie van de artsenij. Wat een moeite het hem kost om dokters te overtuigen van het nut om gereedschap te steriliseren, om door God gewilde beproeving uit te bannen en toepassing van ether aanvaard te krijgen. Mütter haalt zijn basiskennis uit Europa, met name Parijs en voegt daar als tweehandig chirurg zijn eigen vindingrijkheid aan toe. Hij verstaat als geen ander de kunst om studenten te boeien met prikkelende colleges en het tonen van bizarre vergroeiingen. Ze vormen met elkaar een rariteitenkabinet en vormen na zijn dood de basis voor een museum te zijner nagedachtenis. Vele jonge artsen vinden er de opmaat in voor verfijning en vervolmaking. De auteur geeft een prachtige beschrijving van de intense inspanningen die Mütter verricht om kille medische handelingen gevoel voor menswaardigheid mee te geven. Doorspekt met humor die zelfs het opdissen van bizarre operaties ook voor de lezer met schrikbeelden verteerbaar maakt. Een medicus, onbaatzuchtig tot op het bot, als we ons deze metafoor mogen permitteren.
Een menselijke dokter, maar tevens een ijdeltuit. In alle opzichten een heer. Wat jammer dat er bij de vertaling enkele fouten zijn binnen geslopen. Op bladzijde 152 is het eerst Tliacotius en vervolgens Taliacotius. Op bladzijde 181 xuiden daar waar zuiden wordt bedoeld. Kun je dit wegwuiven als schoonheidsfoutjes, dat geldt niet voor het vergrijp met leeftijden. Daar waar men Mütter in het voorwoord 48 jaren meegeeft, laat men hem 300 bladzijden verder als 47-jarige uit het leven stappen. Een medisch wonder waarvoor de excellente arts zelf ook geen verklaring zou hebben kunnen geven.
Wat beklijft is een helder epos over de hobbels en valkuilen die de geneeskunde moest nemen om de huidige status te bereiken. Chapeau voor degenen die daarin een voortrekkersrol vervulden en een schrijver die dat zo voortreffelijk onder woorden brengt. Wars van sensatie, de focus gericht op inzichtelijkheid en de voorname rol die de jonge leergierige chirurg speelde bij de ontwikkeling van de moderne geneeskunde. Wetenschap op de ontbijtttafel.
Reageer op deze recensie