Niet opgewassen tegen de worsteling met jezelf
Zij ontmoet Jake, maakt een lange autorit naar de vervallen boerderij van zijn ouders en de terugweg eindigt zoals het noodlot heeft voorbestemd. Van alle glans ontdaan, troosteloos, onheilspellend en naargeestig. Steeds weer die stem via haar eigen telefoonnummer, met soms de mens er achter die als een schicht voorbij schiet. Mysterieuze berichten op haar eigen voicemail, mensen om haar heen die zich vreemd gedragen.
Iain Reid roept in zijn debuutroman prachtige sfeerbeelden op. Een jonge vrouw weet zich geen raad met negatieve gevoelens die de balans van haar leven onophoudelijk scheef trekken. Die de wens om het geluk te vinden, ondersneeuwen. Overgeleverd aan de angst dat het mis moet gaan, een wolkenpak dat de zon nooit echt een kans geeft. De oppervlakkige genegenheid krijgt de ene na de andere optater van de ‘ik’ van binnen. De auto voegt zich, neemt ook vastberaden niet gewilde maar opgelegde afslagen.
Een literaire thriller die veel vergt van de lezer. Die wil er het liefst van af, maar krijgt de kans niet. De intensiteit van de psyche laat niet los. De blik van de ogen die het andere zien wordt vertroebeld door zwartgallige angst. Gestold onheil duwt realisme er onder. De lezer die wil begrijpen stelt zichzelf teleur. Het onontkoombare onheil steekt iedere bladzijde de kop op. Met het ‘kop op meid’ ben je de roepende in de woestijn.
De grootste kracht van Reid ligt in het sferische. De beklemmende inwerking van materie waar je zo heel anders tegenaan kunt kijken, maar waar je door ‘dat van binnen’ niet toe in staat bent. Onbestuurbare zielenroerselen. Geen ontsnappen mogelijk aan de engerd die je leven vloert, je de overtuiging geeft dat het zo voorbestemd is. Het tegenovergestelde van de topsporter die dat ene vurig gewenst bereikt door er hardnekkig in te blijven geloven. De mens heeft het vermogen zich tot in het ultieme op te trekken en neer te sabelen. Een plot die je als lezer machteloos maakt in de hardnekkige poging de psyche te beteugelen. Een verhaal dat blijft hangen. Lichtvoetig geschreven met een loodzware lading.
Na een tijdje grijp je opnieuw naar het boek, probeer je grip te krijgen op de inhoud, om toe te moeten geven dat de psyche onpeilbaar is. Met Ik denk dat het voorbij moet zijn maakt Reid duidelijk dat hij naast zijn bekroonde non-fictie oeuvre meer in zijn mars heeft.
Reageer op deze recensie