Johan Cruijff los van de mythes
Journalist Edwin Winkels rijdt oktober 1988 in een aftandse Renault Barcelona binnen, luttele maanden nadat Johan Cruijff er met zijn Danny is binnen gevlogen. De wereldster en de schrijver aan het begin van een geslaagde carrière laten elkaar niet los, kruisen met regelmaat elkaars pad, botsen zo nu en dan op het veld van eer.
De journalist raakt niet beneveld door de virtuositeit van landgenoot en fenomeen. Heeft diep respect voor zijn capaciteiten, maar dat weerhoudt hem er niet van om de zoon van een groenteboer uit de Meer de maat te nemen als zijn journalistieke inborst hem dat vraagt. Op momenten bijvoorbeeld dat diens eigenzinnigheid overhelt naar het stupide.
De neiging bestaat om te veronderstellen dat zoiets een fan van Sparta uit de Maasstad gemakkelijker afgaat dan een Molukse vakbroeder. Nergens echter in zijn serie korte verhalen, in zijn (s)portret van de bekendste Nederlander aller tijden, wekt Winkels de indruk op zoek te zijn naar Cruijff’s zwakke momenten. Integendeel. Het komt over als een eerlijke poging om de bewierookte voetballer te karakteriseren. Daarin onderscheidt het zoveelste boek over de gedachte Verlosser van het Catalaanse voetbal zich van vele voorgangers.
In zoveel gemeenschappelijke jaren onder de Spaanse zon verschaft de auteur zich een bijzondere inkijk op de andere kanten van het fenomeen. Daarbij blijft de afstand bewaard die journalistieke waarneming vereist. Het wat ongecontroleerde taalgebruik van de ster gebruikt Winkels met Catalaans in de bagage niet om zich af te zetten. Hij plaatst hooguit wat humoristische kanttekeningen: plaagstoten in plaats van stoten onder de gordel. Vergoelijkende opmerkingen over volkse wijsheid. Ze hebben lak aan autoriteit gemeen.
Het is niet moeilijk om te raden dat Cruijff de oprechte kritiek van een journalist uiteindelijk toch van meer waarde zal hebben geschat dan die van de slaafse volgers. De verlosser ontmythologiseerd. Want waar het wat al te Vrije Volk ons met die koosnaam op een verkeerd spoor zette, is Johan voor de Catalanen gewoon ‘El Flaco’, de magere. De nuchtere Nederlander en de Catalaanse volbloed op z’n kop!
Een serie kostelijke verhalen die raken aan het wezen van een bijzonder mens die we via de pen van Winkels leren kennen als iemand van vlees en bloed, met inbegrip van tekortkomingen zoals we die allemaal etaleren. Daar waar humor boven drijft, komt hier en daar onmacht aan de oppervlakte. Unieke dingen met een bal kunnen doen, biedt geen garantie voor het totale welslagen. Geldingsdrang en drang naar geld sneven wanneer inzicht ontbreekt. Al helemaal als het genie (de) Coster finaal voorbij loopt en de Oost-Europese klepel keihard op z’n kop krijgt.
Winkels ontwikkelde zich tot een talentvol scribent, die zoveel meer in zijn mars heeft dan het analyseren van wat voetballers, trainers en supporters er van bakken. Johan Cruijff in Barcelona, vlot geschreven epos voor meer dan een voetbalfanaat alleen. Hij moet verder zonder zijn Barcelonese landgenoot en laat ons het gemis voelen.
Reageer op deze recensie