Kijk in de haarvaten van de maffia
Wie er vanuit gaat dat met de arrestatie van de kopstukken van de Cosa Nostra op Sicilië de gifangel uit de misdaad is getrokken, weet na het lezen van Maffia door de onderzoeksjournalisten Ralf Sauviller en Salvatore Di Rosa wel beter. De auteurs dringen door tot in de haarvaten van de drie organisaties: naast de Cosa Nostra de camorra uit Campanië en de ‘ndrangheta uit Calabrië. Ze delen een rechtse directe uit aan België en Nederland die de ogen sluiten voor de aanwezigheid van de slechteriken op vitale posten in hun samenlevingen.
De moord op de rechters Falcone en Borsellino veroorzaakt een schokgolf, maar het kwaad zit Zuid-Italië in de genen en plant zich voort. Buiten Italië, buiten Europa, mondiaal. De methodes veranderen; moorddadigheid beklijft. Massale afslachting, bestialiteiten die je doen gruwen. Het kan allemaal omdat politiek, geestelijkheid en justitie mee in het spel zitten. Tot in de top van de regering met Silvio Berlusconi als het hondje aan de lijn van de gewetenlozen schrijven Sauviller en Di Rosa die ook uithalen naar de Lage Landen.
Met name België krijgt op de kop. 'De autoriteiten doen in hun optiek alsof het allemaal niet zo'n vaart loopt', luidt het verwijt. Ondertussen zijn plaatsen als Maasmechelen vergeven van de maffia. Nederland krijgt ook een sneer. De bloemenpracht in Aalsmeer heeft de Italiaanse misdaad in de knop. Het benoemen van handel in drugs als Nederlandse specialiteit mag geen verontwaardiging sec oproepen. Windmolens, kaas en tulpen hebben er een beschamende concurrent bij gekregen.
Je voelt als lezer de woede in je opwellen bij de confrontatie met zoveel kwaadaardigheid. Wanneer je denkt dat met opvoeren van rivalen aan varkens en het oplossen van lichamen in vaten met viezigheid het ergste te hebben gehad, volgt overstijgende verschrikking.
De schrijvers, die met grote regelmaat over het onderwerp publiceren, galopperen naar de taal van de crimineel. ‘Het zal de Belgen de reet niet roesten’, is een voorbeeld. Ze noemen het beest bij de naam. In hun speurtocht komt een diarree aan gehuchten voorbij. Het zal niet hun bedoeling zijn dat we die onthouden.
De maffia zit overal. In Italië is de omerra, het ingebakken zwijgen, de grootste plaag voor de antimaffia. In België en Nederland het ongeloof en de onderdompeling in passiviteit. Genieten is het van de prachtige metaforen. ‘De maffiosi kleden zich als blinde geiten in een windhoos’, ‘De gezochte bevindt zich ergens in het midden van nergens’, ‘Politiemensen springen als vlooien op een kale hond’.
Je vraagt je met de auteurs af waarom dit kwaad zo kan voortwoekeren. Macht corrumpeert kan een antwoord zijn. Angst is een andere oorzaak. Stupiditeit eveneens. De schrijvers maken de materie toegankelijk met vlot taalgebruik, mooie volzinnen waardoor je de horde van de gedetailleerdheid gemakkelijk neemt. Onverbloemde uiting van het innerlijk.
Het verwijt aan de Belgische autoriteiten is schrijnend in een tijd dat deze verwijten oogst voor onnauwkeurigheid bij het traceren van IS-terroristen. En Nederland zal het voorbeeld van onveilige legerplaatsen erbij halen als het om de onderschatting van de maffia gaat. Het boek zet aan het denken over één van de grootste plagen die de internationale samenleving bedreigt.
Reageer op deze recensie