Mijn vader heet Monica en loopt op pumps
De nadagen zijn voor Cees Sips de gelukkigste. Zeventig jaar na zijn geboorte stapt hij uit het verkeerde lijf om als Monica de durende onvrede over zijn bestaan van zich af te schudden. Dochter Maaike Sips schrijft er een indrukwekkend boek over: Monica, mijn vader. Het is niet niks, het besef dat wanneer de genderdysforie 50 jaar eerder voet aan de grond had gekregen, zij en haar zus nooit geboren zouden zijn. Geen wonder dat zoiets je intrigeert. Hoe moeilijk is het om je zoontje uit te leggen dat oma Monica je vader is? Voor een journalist als Maaike de ultieme uitdaging om zijn/haar leven te analyseren. Om het hoe, waarom en waardoor bloot te leggen.
De hij die zij werd is haar voornaamste bron. De openhartigheid van een vader op pumps is daarbij van grote waarde; het bevragen van zijn (directe) omgeving vult de hiaten. In de jeugd van Cees bevindt een geslachtaanpassende operatie zich als een stip aan de horizon. In de jaren zestig van de vorige eeuw beschouwt de medische wetenschap in ons land transseksualiteit als een psychiatrische stoornis. In andere (Europese) landen is men dan al wat verder. In Nederland verricht Otto de Vaal baanbrekend werk. Hij en zijn vrouw steken probanden een hart onder de riem. Bezorgen hem/haar een gevoel van opluchting door de verzekering dat ze verstandelijk net zo normaal zijn als cisgenders. Wat een lijdensweg heeft deze doelgroep dan al achter de rug! In het geheim, bijna in het geniep, door het dragen van jurken en blouses je gevoelens laten spreken.
Voor de omgeving is het weinig bevattelijk. Cees is een balsturige jongen, een student die niet in het glas spuwt, kort aangebonden. De ene week staat hij als een haan met kam en felgekleurde veren op het toneel; de andere week moet hij intimi laten doorschemeren dat hij in werkelijkheid meer met een kip heeft. Zijn huwelijk loopt spaak doordat hij echtgenote Josien de indruk geeft ongevoelig te zijn, zich niet in haar behoeften kan verplaatsen. De geboorte van twee kinderen ten spijt. De kennismaking met Meintje, die zijn tweede vrouw wordt, is een uitkomst. Zij begrijpt hem, ondergaat uiteraard zijn transseksualiteit als een schok, maar voegt zich. Zo zelfs dat ze helpt bij een zoektocht naar vrouwen die in zijn 'kledinglijn' passen en nota bene in huis worden opgenomen. Een intelligente man: studiebol, hoofd van een school, later wethouder. 'Ik heb mijn welstand als Monica te danken aan Cees', luidt de conclusie. Het is het enige voordeel dat zij aan de periode van het weggestopte hij overhoudt.
Maaike beschrijft op indringende wijze zijn noden, zijn jarenlange gevecht tegen zichzelf. Het onvermogen om met opgebonden penis in slips de hang naar vrouwelijkheid gestalte te geven, hetgeen tot herhaalde ontsteking van de urineleider aanleiding geeft. Uiteindelijk wordt Cees na 70 jaar Monica. Maaike zal zich waarschijnlijk niet kunnen vinden in de conclusie van de lezer dat los van de transseksualiteit haar vader moeilijk overkomt bij de medemens die vrouw heet. Egocentrisch en ongevoelig. Als dat na de operatie anders uitpakt weten we ook wat dat betreft de oorzaak. Jaloezie?
Zeventig jaar na dato is de mening over transgenders bijgekleurd. Al zijn er nog altijd geestelijken die bij een neiging van de man om zich in vrouwenkleren te steken luidkeels roepen: 'Al wie zulks doet is de Here, onze God, een gruwel'. Een op de tienduizend mannen en een op de dertigduizend vrouwen komt in een verkeerd lichaam op de wereld. Monica, mijn vader is een boek en een verhaal dat gelijke tred houdt met de moeizame weg naar het afschaffen van het taboe op transseksualiteit. Geschreven met groot gevoel voor het detail in een voortdurende schakeling van de tijd van hem naar die van haar. Het zal de transgenders-van-nu een grote steun in de rug geven. Zij hebben de mogelijkheden die mensen als Sips decennia lang ontbeerden en voelen zich in toenemende mate begrepen.
Reageer op deze recensie