Mooie Tour-verhalen in een nieuw jasje
Lidewey van Noord volgt in Une Belle Histoire de Tour de France op geheel eigen wijze. Ze neemt het parcours van 2016 als uitgangspunt. Aan een start- of finishplaats dan wel een naast gelegen stad, dorp of regio verknoopt ze in 21 korte verhalen de heroïek die zich daar ontpopte. Dat doet ze in vlotte bewoordingen waarmee ze de lezer pakt. Het is beter om er niet mee bezig te gaan voor de finish van een etappe, want dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat je het verloop, alleen nog in de herhaling kunt volgen. Kolderiek en dramatiek wisselen elkaar af of gaan in elkaar over.
Oude wijn in een nieuwe zak, dat wel. Maar die wijn is op nog wat verder op smaak gebracht. Het leest als een spannend jongensboek. Maakt je getuige, doet je meevoelen met de pechvogel, voedt je waardering voor de volhouder, dirigeert de heroïek naar de huig en laat je achter met een verfijnde afdronk.
Van Noord laat in columns en rubrieken haar passie doorklinken. Verstaat de kunst om gekende feiten zo op te dissen dat ze de sprankeling van nieuw uitademen. De broedermoord van Bernard Hinault op Greg Lemond, het geslaagde huwelijk van Jan Jansen met de chrono, geloof en bijgeloof op de fiets. Geromantiseerde heraldiek die ook de niet door het cyclisme gegrepen sporter amuseert. De auteur doet met dezelfde ingrediënten zoveel meer. Voegt wetenswaardigheden toe, legt dwarsverbanden. Er is veel tijd in research gestoken. Rond de kern van het gebeuren is een stuk eigen beleving geweven. Die maakt de verhalen voor een breed publiek toegankelijk. De mens achter de renner komt er uit in toegankelijke beschrijving.
Het doet je enerzijds beseffen dat de Tour de France anno nu in de wurggreep van de commercie zit en anderzijds dat een schone Tour niet in pindakaas kan worden ‘gedoped’. Daarvoor zijn de vereiste inspanningen te groot, wordt teveel van de sporter gevraagd. Wanneer de huidige lichting coureurs zich bekreunt over etappes van dik driehonderd kilometer, dan doet hij er goed aan om aan de hand van Van Noord in de historie te duiken. Toen een etappe van driehonderd kilometer zo ongeveer de kortste was, men op loodzware fietsen zonder derailleurs reed en de wegen in de bergen een bestuurder van een trekker nog in verlegenheid brachten.
De dood zonder de gladiolen. Verhalen over list en bedrog. Over een circus zonder nietjes en mietjes. Na Pellegrina, een boek van de auteur over het Italiaanse wielrennen, levert ze een nieuwe proeve van bekwaamheid. Coppi en koppie koppie!
Reageer op deze recensie