De walgelijkheden van Nero uitvergroot
In het achtste deel van de Vespasianus-serie, Heilig vuur van Rome, richt Robert Fabbri de focus op Nero. Niets en niemand is veilig voor de strapatsen van de paranoïde en wrede heerser. Ook Vespasianus niet, die na de ontsnapping uit Britannia het noodlot dat hem achtervolgt alleen kan ontlopen door Romeinse slaven uit het kleine koninkrijk Garama te bevrijden. Hij stuit op zijn kwelgeest Decianus die zich daar met listen en leugens schier onaantastbaar heeft gemaakt.
De bevrijding vergt een helletocht, waarbij de klein gemaakte Decianus uiteindelijk ontkomt om Vespasianus zwart te maken bij Nero. Terug in Rome staat deze in het centrum van de wanordelijkheden. Behoudt weliswaar het leven, maar vraag niet welke offers daarvoor moeten worden gebracht. Ondertussen laat Nero al zijn vooral vermeende bedreigers op de meest weerzinwekkende wijze doden. De hele stad gaat er aan, met inbegrip van zijn kopstukken. Slachting en verminking vechten om prioriteit.
Fabbri vertelt het in detail, veegt zijn eigen fantasie er over heen om het zo nog wat gekruider te maken. Bijvoorbeeld in het hoofdstuk waarin de keizer zich gekleed in de huid van wilde dieren op mannen en vrouwen stort om hun geslachtsorganen weg te bijten. Het is de vraag of de lezers het tot dat hoofdstuk hebben kunnen volhouden. Er rijst twijfel of het nodig is om zo minutieus op schokkende feiten in te gaan en ze nog uit te vergroten. De volgende horde is die waarin Petrus en Paulus door de bruut van Rome worden geslachtofferd.
Het komt ons voor dat je zonder de kennis van de eerdere boeken snel de draad kwijt raakt bij deze aflevering en de gebeurtenissen niet kunt plaatsen. Er is veel over de Romeinen geschreven in historische thrillers. Het gaat er altijd hard aan toe. Maar in dit boek is het aantal malen dat de maag zich keert niet te tellen. Van wreed, wreder naar wreedst. De grote kenner van de klassieke oudheid baseert zich ook nu op werken van Tacitus, Suetonius en Cassius Dio.
Bij het romantiseren van hun bronnen legt hij het accent voor veel lezers waarschijnlijk te sterk op seksuele obsceniteiten. Je hebt boeken die je met moeite neer kunt leggen: bij dit epos kost het enige moeite om je aan het vervolg te zetten. Het schaart zich in 'Meer boek voor mannen'. We weigeren het om degenen die zich niet kunnen vinden in de krochten van barbaarsheid slapjanussen te noemen. De glans die er is voor het vele wat Romeinen hebben achtergelaten, verbleekt door datgene wat hier tot je komt. Als Fabbri de opzet heeft om zijn lezers te schokken dan is hij daarin voor honderd procent geslaagd. Het zou geen ons, maar liever een kilo of wat minder mogen.
Reageer op deze recensie