Vespasianus verovert het purper
In het negende en laatste deel van de serie gebeurt dan toch wat het orakel al jaren tevoren voorspelde: Vespasianus wordt keizer van Rome. Robert Fabbri rondt af in stijl. Dat wil zeggen: veel bruut geweld, sluwheid en geslepenheid. Vespasianus moet wel het oosten van het rijk naar zijn hand zetten. Dat gaat bepaald niet gemakkelijk. Het Joodse verzet onder leiding van Josef is krachtig.
Hoe dan ook geeft Fabbri andermaal blijk hoezeer hij zich heeft ingeleefd in het Romeinse Rijk. Wanneer je het boek leest met anachronistische gedachten zul je de laatste bladzijde niet halen. De Romein die de goden voor het uitkiezen heeft, voelt zich gekrenkt door de Joden met die ene ‘nieuwe’ God. Het is de vraag of je de wreedheden tot in detail moet beschrijven en dat ook nog eens in herhaling. Ook hier vergt het van de lezer verplaatsing in een voor hem/haar vreemde tijd, die van het voortdurend vechten. In de opmars naar de ultieme macht is alles geoorloofd. Het toneel van een blinde en een kreupele benutten om sympathie bij het volk te verwerven en ze te belonen door ze in een wrakke boot kansloos te laten verdrinken.
Hoe tegenstrijdig de gevoelens voor een geliefde, in dit geval de vrijgelatene Caenis die met haar analyserend vermogen de keizer in wording van vele nuttige adviezen voorziet. Vespasianus moet nogal wat verliezen incasseren om het taaie verzet in het oosten van het rijk neer te slaan. Meer geluk heeft hij met de gang van zaken in het westen. Na de zelfmoord van Nero vallen de opvolgende keizers Aulus Vitellius en Marcus Salvius Otho om en maken de weg vrij voor de voorspelde opvolging van Vespasianus. Die heeft nog het meest te vrezen van zijn zonen. De meest capabele van de twee, Titus, valt als een blok voor Berenice, een oudere Jodin.
Ook dat valt in de plooi voor de negende keizer, die met harde hand orde op zaken stelt. Hij weet door het vullen van de schatkist met onder meer een belasting op urine de relatieve rust in het rijk te bewaren. Terug naar de glorie van Augustus. Nogmaals gezegd: wie niet de passie voor het Romeinse Rijk met Fabbri deelt, de wreedheden incalculeert, zal sloten koffie nodig hebben om de serie te waarderen. De grote schare lezers bewijst dat juist velen hun plezier aan de boeken beleven en het zullen betreuren dat er een eind aan is gekomen.
Reageer op deze recensie