Fantasierijk, complex en ongemakkelijk
Het nichtje van de poppenspeler is de tweede roman van de Britse schrijfster Angela Carter (1940-1992). Deze ‘internationale klassieker’ werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1967 als The magic toyshop en recentelijk door Marijke Versluys vertaald in het Nederlands. Een coming of age verhaal over een meisje in de puberteit dat worstelt met thema’s als vrouwelijkheid, relaties en seks, maar ook een ongemakkelijk sprookje met een onschuldige maagd, een schurk en een redder.
De 15-jarige Melanie groeit op in een gelukkig, welvarend gezin. Tijdens een zakenreis in de Verenigde Staten komen haar ouders plotseling om het leven. Melanie en haar broertje en zusje worden ondergebracht bij een onbekende oom en tante in Londen. Dit disfunctionele gezin bestaat uit Oom Philip, de agressieve pater familias, tante Margaret, die jaren geleden gestopt is met praten, en haar twee broertjes Francie en Finn, twee onverzorgde jongemannen. Al bij de eerste ontmoeting vindt Melanie haar nieuwe familieleden vooral vies en ordinair.
Het contrast tussen Melanie’s oude en nieuwe leven is enorm, zowel in materieel als emotioneel opzicht. Fysiek bestaat haar nieuwe ‘thuis’ uit: “dit kille, hoge, ongerieflijke huis met die bedreigende bruine eindeloze gangen waar het gierend tochtte alsof er locomotieven doorheen stoven.” Emotioneel ziet het meisje haar nieuwe bestaan als: “de keiharde, liefdeloze waarheid…het zwarte, bittere brood des levens.” Dit in tegenstelling tot het liefdevolle, rijke verleden.
Oom Philip is speelgoedmaker van beroep en bedrijft een winkel aan huis. Hij regeert het huishouden met harde hand. Al schreeuwend en slaand leeft hij zich uit op de andere gezinsleden. Niet geheel onterecht omschrijft Melanie hem dan ook als “de antichrist van de Apocalyps”. Naast al zijn onhebbelijkheden heeft Oom Philip één grote passie: marionettentheater. Iedere maand voert hij in de kelder van het huis een voorstelling op met zelfgemaakte houten poppen. Op een dag besluit hij Melanie in zijn volgende voorstelling te willen ‘gebruiken’. De desbetreffende uitvoering van Leda en de zwaan bevat een onbehaaglijke scène waarin de zwaan het meisje probeert te verleiden. De vertoning leidt ertoe dat alle onderhuidse spanningen in het gezin op explosieve wijze tot uitbarsting komen, waarna alles voor altijd anders zal zijn.
Het nichtje van de poppenspeler is een vat vol tegenstrijdigheden. In prachtige, beeldende zinnen worden ongemakkelijke situaties tot in detail beschreven. Het mooie taalgebruik staat hierbij in contrast met de lelijkheid van de gebeurtenissen. Het is ook een gelaagd verhaal. De dagelijkse werkelijkheid bevat veel invloeden vanuit de literatuur, Griekse mythologie en eeuwenoude sprookjes. Ook zitten er maatschappijkritische elementen in het verhaal. Bijvoorbeeld over de positie van vrouwen: “ze wisselden een blik zoals vrouwen die al eeuwen wisselen: ze waren arme, financieel afhankelijke vrouwen, planeten in een baan om een mannelijke zon.”
Als lezer is het soms moeilijk om de weg te vinden in dit rariteitenkabinet. Waar de één zal worden meegevoerd door het prachtige taalgebruik, zal de ander aan bepaalde gebeurtenissen vooral een bittere nasmaak overhouden. Met Het nichtje van de poppenspeler heeft Angela Carter in ieder geval een origineel én ongemakkelijk document achtergelaten. Vandaag, bijna 50 jaar na de eerste publicatie van dit boek in Engeland, zullen ook de Nederlandse lezers door het verhaal worden verrast en ontroerd, of in vertwijfeling worden achtergelaten.
Reageer op deze recensie