Prachtig debuut over meisje dat door haar vader is ontvoerd
Onze eindeloze dagen is de indrukwekkende debuutroman van Claire Fuller. Een poëtisch, spannend en duister verhaal met een huiveringwekkende ontknoping. Over spanningen binnen een gezin, overleven in de natuur, en langzaamaan de grip op de werkelijkheid verliezen. Een boek dat in Engeland zeer goed is ontvangen, en waarmee de auteur meteen de Desmond Elliott Prize voor de beste debuutroman van 2015 heeft gewonnen.
De achtjarige Londense Peggy komt uit een bijzonder gezin. Haar moeder is succesvol concertpianiste, en haar vader een ‘Survivalist’, iemand die zich voorbereidt op het Armageddon: het einde der tijden. Hij brengt zijn dagen door met kamperen, het bouwen van een schuilkelder en het aanleggen van voedselvoorraden. Een onschuldige, uit de hand gelopen hobby. Althans, zo lijkt het. Tijdens een mooie zomer, als haar moeder op tournee is in Duitsland, neemt haar vader Peggy mee ‘op vakantie’, naar een hut diep weggescholen in het bos. Na een aantal weken in de hut vertelt hij het meisje dat de rest van de wereld is vergaan. Dat zij de enige twee overlevenden zijn. De daaropvolgende negen jaar brengen vader en dochter samen door in volledige afzondering.
Het avontuur begint goed. Het is mooi weer, de omgeving is prachtig, en er is voldoende voedsel te vinden. De weken vliegen voorbij. Het tweetal stort zich bovendien op de bouw van een piano, waar weliswaar geen geluid uit komt, maar die wel voor sfeer in de hut zorgt. Later bekent Peggy: “we hadden geen idee dat het bouwen van een piano onze dood zou kunnen worden…We hadden voedsel moeten verzamelen en inmaken, en hout voor de winter moeten opslaan, en we kwamen er te laat achter dat we van muziek niet konden leven.” Wat volgt is een lange periode van ontberingen. Van honger, kou en eenzaamheid. Het oude, vertrouwde leven in Londen verdwijnt langzaamaan naar de achtergrond, en Peggy’s vader begint steeds meer zijn greep op de realiteit te verliezen.
De schrijfstijl van Fuller is prachtig. Hoe gruwelijk, wanhopig of duister de situatie ook is die zij omschrijft, door haar poëtische schrijfstijl schijnt er altijd een element van schoonheid in door. Vooral als het om beschrijvingen van de omgeving gaat: “er ging een huivering door de bomen, alsof ze me uitlachten, en ik moest me beheersen om me niet om te draaien en weg te rennen.” En ook: “de wind bracht het bladerendek in beweging, een aanstekelijke dans die van boom naar boom leek te springen, over onze hoofden raasde, en het licht op de grond vervormde.” Ook is de auteur zeer kundig in het opbouwen van spanning. Tot de allerlaatste pagina vinden er verrassende plotwendingen plaats.
Hoewel Onze eindeloze dagen zich afspeelt in de periode 1975-1985 zijn de thema’s vandaag actueler dan ooit. Veel mensen dromen van een leven back to basic. Vaak gedreven vanuit idealisme, ontevredenheid over de huidige consumptiemaatschappij, of uit angst voor terreur en oorlog. Een leven ver weg van de bewoonde wereld en volledig zelfvoorzienend zijn is hierbij het ideaal. Fullers roman toont ook de andere kant van deze medaille. De ontberingen waar wij westerlingen niet (meer) aan gewend zijn. Maar vooral ook het grote grijze gebied tussen fantasie en werkelijkheid.
Reageer op deze recensie