De grip van het verleden
Elizabeth Strout (1956) is briljant in het vertellen van subtiele verhalen. Verhalen die korte, maar cruciale periodes uit het leven van ‘gewone’ mensen omvatten. Aan de oppervlakte gebeurt er weinig, maar onderhuids broeit er van alles: heftige emoties, onverwerkte trauma’s en de nasleep van levensveranderende gebeurtenissen. Zo ook in Niets is onmogelijk (vertaling: Barbara de Lange). In dit vervolg op Ik heet Lucy Barton neemt Strout ons mee terug naar het arme blanke Amerikaanse platteland.
In Ik heet Lucy Barton brengt Lucy negen weken door in een ziekenhuis in New York vanwege complicaties na een eenvoudige operatie. In deze periode komt haar moeder voor vijf dagen op bezoek om haar bij te staan. Moeder en dochter hebben elkaar al jaren niet meer gezien en het contact verloopt moeizaam. In een poging om toch het gesprek met elkaar aan te gaan bespreken zij de laatste roddels uit Lucy’s geboortedorp. Het wel en wee van voormalig dorpsgenoten komt uitgebreid aan bod terwijl er over de ingewikkelde en afstandelijke moeder-dochterrelatie hoofdzakelijk wordt gezwegen.
In Niets is onmogelijk komen de vroegere dorpsgenoten zelf aan het woord. In negen op zichzelfstaande verhalen reflecteren deze personen op hun leven en delen zij zijdelings herinneringen aan Lucy en haar familie. Deze hernieuwde kennismaking met mensen uit Lucy’s verleden is fascinerend en verhelderend. Waar Strout in het eerste boek slechts het topje van de ijsberg openbaart, gaat zij in dit deel de diepte in. Een zeer welkome aanvulling.
De opbouw en onderlinge samenhang van de verhalen is buitengewoon slim gedaan. Alle verhalen kunnen namelijk los van elkaar worden gelezen maar uiteindelijk blijken de levens van verschillende personen (nauw) met elkaar samen te hangen. Dit fenomeen doet zich vaak voor in kleine plattelandsgemeenschappen waar ‘iedereen’ dezelfde school heeft doorlopen, bij dezelfde sportvereniging is aangesloten en buren/familie van elkaar is. Binnen deze setting denken mensen vaak alles van elkaar te weten en is er sprake van vooroordelen en stigma’s. Strout weet deze manier van leven gedetailleerd en genadeloos te construeren. Ook wordt pijnlijk duidelijk dat het vaak onmogelijk is om je volledig los te maken van het verleden.
Niets is onmogelijk is een intrigerende, emotionele en verhelderende verhalenbundel. Het is een opzichzelfstaand boek dat prima gelezen kan worden zonder eerst kennis gemaakt te hebben met Ik heet Lucy Barton, maar uiteindelijk vallen alle puzzelstukjes pas echt op zijn plaats wanneer beide delen worden gelezen. Met deze roman toont Elizabeth Strout zich (opnieuw) briljant in het vertellen van subtiele verhalen, iets waar zij in 2009 de prestigieuze Pulitzerprijs voor de literatuur mee won.
Reageer op deze recensie