Een betoverend verhaal met een eng randje
Neil Gaiman (1960) kwam op zijn 18e al met het idee om een vertolking van The jungle book te schrijven. Dertig jaar later vond hij hier eindelijk de juiste woorden voor, wat in 2008 resulteerde in The Graveyard Book. Toen hij zijn zoon op jonge leeftijd op zijn fietsje over een kerkhof zag fietsen en zag hoe hij daar op zijn gemak was wist hij dat hij het verhaal zou laten afspelen op een kerkhof.
Bod (kort voor Nobody) Owens wordt al op jonge leeftijd wees als zijn ouders en zus vermoord worden door een man genaamd Jack. Tijdens deze moordpartij weet Bod (per toeval) te ontsnappen en komt hij op het nabijgelegen kerkhof terecht. Daar wordt hij opgevangen en geadopteerd door de ronddwalende geesten die vanaf dat moment zijn opvoeding overnemen.
Gaiman neemt je in dit bijzondere verhaal mee door het leven van deze merkwaardige jongen. Bod leren we kennen als hij amper twee jaar oud is. We verlaten hem aan het einde van het boek als hij ongeveer 18 jaar is. Het boek is opgedeeld in acht hoofdstukken en in elk hoofdstuk zijn we ongeveer twee jaar verder in het leven van Bod. Zo zie je hem als lezer echt ontwikkelen van baby, avontuurlijk kind, naar een jongvolwassene die de wereld aan kan.
De schrijfstijl is beeldend. Karakters wordt uitgediept en duidelijk neergezet. Zo gebruiken de geesten, die allen uit vroegere tijden komen, een taalgebruik en een woordenschat die bij hun tijd past. Gaiman laat je op die manier de karakters in korte tijd goed leren kennen. De hoofdpersoon gaat door vele verschillende levensfasen en leeftijden in dit boek en dit maakt, in combinatie met de soepele schrijfstijl, dat het boek voor een brede doelgroep geschikt is, ongeacht leeftijd of hoe goed de Engelse taal je ligt. Iedereen zal zich in een bepaald deel van het verhaal wel kunnen vinden.
In elk hoofdstuk maakt Bod een ander avontuur mee, passend bij zijn leeftijd en levensfase waarin hij zit. Hierdoor is het boek in het begin meer een verzameling van verschillende korte verhalen waarin steeds dezelfde personages voorkomen dan dat het boek één verhaal vormt. In de latere hoofdstukken komen deze echter weer samen en worden losse eindjes samengebonden.
Hoewel de titel van het boek erg onheilspellend en creepy klinkt ligt het horrorgehalte in het boek niet heel erg hoog. De geesten op het kerkhof zijn in dit verhaal de good guys, terwijl de gevaren voor onze hoofpersoon vooral buiten het kerkhof liggen. Naarmate het boek vordert wordt het steeds grimmiger, maar het wordt nergens te eng voor lezers die niet van griezelen houden.
Avontuur, een beetje spanning en een ‘coming of age’-verhaal zijn de belangrijkste elementen in dit betoverende verhaal met een griezelig randje.
Reageer op deze recensie