Nergens breekt het klamme angstzweet je uit
Dat Jozef Stalin ooit op het priesterseminarium zat, dat de Georgiër zeer fraai kon zingen en in zijn jonge jaren een bejubelde dichter was, wisten we al. Maar dat hij ook komische oneliners in huis had, blijkt uit zijn conversaties met inspecteur Pekkala in de thriller Het geheime wapen. Het tweetal treft elkaar omdat Jozefs geheime wapen, de T-34 tank, door contraspionage gesaboteerd dreigt te worden. Aan de vooravond van zijn oorlog met Adolf H. kan Stalin dat nieuws niet gebruiken. Dus moet zijn geliefde Pekkala de zaak onderzoeken.
Deze Russische Sherlock Holmes zagen we al eerder in actie in Het oog van de rode tsaar. Toen was hij nog solo in dienst van de laatste Romanov, nu gaat hij met zijn assistent Kirov op onderzoek uit in het ontwerplaboratorium van de tank. Kirov toont zich een ware Watson die Pekkala in staat stelt intelligente vragen te stellen. Hard nodig, want als onder die nieuwe T-34 het lijk van ontwerper kolonel Nagorski ligt, verwacht Stalin snelle antwoorden van Pekkala.
Dit had een meeslepende thriller kunnen zijn over de terreur, over het tijdperk van de angst, over de dreiging van een nieuwe wereldoorlog in de straten van Moskou. Helaas kan auteur Sam Eastland zijn neiging tot droogkomische situatieschetsen niet bedwingen. Humor en spanning: een moeilijke combinatie die misschien alleen Elmore Leonard geloofwaardig uit zijn pen laat vloeien. Eerlijk is eerlijk, Eastland (pseudoniem van ‘een bekende Britse schrijver’) heeft zijn huiswerk gemaakt en kan het alledaagse leven van Pekkala in zijn Sovjetappartement overtuigend neerzetten. De T-34 was inderdaad de tank die de Sovjets de kans gaf Hitler te verslaan.
Het probleem zit in de relatie Pekkala-Stalin. Het idee dat een voormalige assistent van de laatste tsaar na een paar Siberische strafjaren onder Jozef zou mogen dienen, is bespottelijk. Vervolgens krijgt Pekkala ook nog een vrijbrief: carte blanche van Stalin om zijn onderzoek uit te voeren. Alsof je je hoofdrolspeler Superman-kwaliteiten meegeeft. Zeg maar dag tegen de spanning.
Het is teleurstellend dat na de huiveringwekkend goede romans van Tom Rob Smith over de Stalin-jaren (o.a. Kind 44) Sam Eastlands Het geheime wapen een stap terug zet in kwaliteit. De plot zit voortvarend in elkaar en Eastland weet hoe hij zijn lezer naar de laatste pagina lokt. Maar nergens breekt het klamme angstzweet je uit. Lekker chillen in de vooroorlogse lente van Moskou: je moet er zin in hebben.
Reageer op deze recensie