Mooie geschiedenisles
De Amsterdamse Anna Abrahamsz is twaalf jaar als ze met haar ouders en twee zusjes naar Nederlands-Indië (Indonesië) vertrekt. Haar vader is kapitein op een koopvaardijschip en hij mag van de rederij voor één keer zijn gezin mee nemen op reis. Op drie juli 1847 worden de zeilen van de Urania gehesen en vaart het gezin het avontuur tegemoet.
Na de dood van Anna’s broertje Cornelis gaat het niet zo goed met Anna’s moeder. Vader hoopt dat de reis en het weerzien met haar twee broers in Batavia haar goed zal doen. De kinderen kijken hun ogen uit in Indië en genieten met volle teugen van hun verblijf op de plantage.
Op verzoek van haar schoolmeester houdt Anna een reisjournaal bij in haar schoolschrift. Dit journaal is bewaard gebleven en ligt nu in een kluis van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Schrijfster Inez van loon mocht (met fluwelen handschoentjes aan) dit bijzondere journaal van Anna lezen.
Hopelijk komt dit boek ook onder de aandacht van de juryleden van de Thea Beckmanprijs, want een mooiere geschiedenisles over de 19e eeuw als Anna’s grote reis kun je je haast niet wensen. Inez van loon neemt haar lezers, van ongeveer elf tot veertien jaar, mee terug in de tijd. Het verhaal wordt zo levendig verteld dat je de vieze rioollucht van Amsterdam en de geurige Indische kruiden haast kunt ruiken! Wat Van Loon haar lezers zo allemaal leert: welke standen zijn er in Amsterdam? Naar welke scholen gaan de arme en de rijke kinderen? Wat voor producten worden er in de winkels verkocht? Hoe is het met de gezondheid van de Amsterdammers gesteld? Hoe gaat eraan toe op een koopvaardijschip? Hoe ziet het leven eruit op een Indische plantage? Er komen een heleboel nieuwe (eigenlijk oud-Hollandse of Indische) woorden voor in het boek. Achterin het boek vind je een verklarende woordenlijst, waarin alle woorden, per hoofdstuk, worden uitgelegd.
Het boek ziet er (net als de kinderen uit het gezin Abrahamsz) keurig verzorgd uit. Op de cover van het boek staat een mooie sepia foto van een meisje bij de zee. Op de binnenkant van het boek staat een landkaart afgedrukt, waarop de reis die het gezin maakt is aangegeven. Op de achterste pagina vind je een plattegrond van de Amsterdamse Jordaan met de dagelijkse wandelroutes van Anna en haar zussen. Het is leuk om, na het lezen van dit boek, een dagje naar Amsterdam te gaan om het scheepvaartmuseum, het IJ, de woning en de school van Anna te bezoeken. Het 222 bladzijden tellende boek is opgedeeld in 25 korte hoofdstukken. Elk hoofdstuk is voorzien van een goed passende titel, een plaatsnaam en een datum. Hierdoor heb je als lezer het idee dat je echt het scheepsjournaal van Anna aan het lezen bent. Het is jammer dat er geen illustraties in het boek staan. Maar als je foto’s wilt zien van oud Amsterdam en Indië kun je een kijkje nemen op de Facebookpagina van Anna. Hier staan ook foto’s van Anna’s schoolschriftje.
Er komen verschillende thema’s voorbij in het boek zoals: reizen, rouwverwerking, arm en rijk, avontuur, familieschandalen en vriendschap. Vooral dit laatste punt is erg bijzonder in het boek. Anna sluit (wat ongebruikelijk is in die tijd) vriendschap met een arme schippersjongen. Haar zusje (de kleuter) Kaatje speelt tijdens haar verblijf op de plantage met Indische leeftijdsgenootjes. Ondanks dat ze elkaar totaal niet kunnen verstaan begrijpen ze elkaar volledig. Grote zus Saskia bevindt zich liever onder mensen van haar eigen stand en voelt zich tijdens hun verblijf op de plantage buitengesloten. Hieruit blijkt wel dat wij, als het om vriendschap gaat, veel van een kind kunnen leren.
Reageer op deze recensie