De reuzebrandnetel

De brandnetel is één van de meest nare onkruidsoorten. Toch heeft dit plantje ons veel meer te bieden dan alleen maar zere vingers. Het prikkende plantje blijkt vol vitamine en mineralen te zitten. Brandnetels zijn helemaal 2015, we stoppen de stengeltjes en blaadjes tegenwoordig overal in. Soep, thee, kaas, salades, zeep, shampoo, noem maar op. Een bekend kledingmerk maakt er zelfs eco-spijkerbroeken van! Heb je je ooit afgevraagd waar deze planten groeien en wie dit met zijn blote handen moet oogsten? Tosca Menten laat ons in haar nieuwe boek kennismaken met brandnetelspecialist Dirkje Bakkes.  

Dirkje woont met oom Griep en tante Fop op een brandnetelplantage. Oom Griep probeert al jarenlang een reuzenbrandnetel te maken, waarmee hij in één klap miljonair hoopt te worden. Tot het zover is laat hij Dirkje hard op de plantage werken. Op een dag krijgt Dirkje toestemming om samen met zijn geitjes, Sokkie en Sik, in het vervallen huisje op de mesthoop te gaan wonen. Hier gebeurt een wonder, Dirkje kweekt per ongeluk een reuzebrandnetel. Als je denkt dat zijn oom en tante nu trots op hem zullen zijn, dan heb je het mis. Ze eisen dat hij nog meer planten kweekt en dreigen hem aan de haaien te voeren of levend te begraven zodra het hem is gelukt.  

Het boek is rijkelijk versierd met grappige en rommelige illustraties van Elly Hees. Elly heeft haar kwast voornamelijk in de brandnetelbramensap van Dirkje gedoopt, want de illustraties zijn allemaal roze/fuchsia van kleur. De stijl doet denken aan Quentin Blake. De gezichten van de hoofdpersonen en de vlekkerige manier van werken lijken op de illustraties uit de Roald Dahl-boeken. Dit is eigenlijk wel heel toepasselijk, want het verhaal zou ook zo uit de pen van Dahl afkomstig kunnen zijn. Dit keer geen jongetje met een reuzeperzik, maar een reuzebrandnetel. Zowel James (van Dahl) als Dirkje zitten opgescheept met de twee meest onmogelijke opvoeders die je maar bedenken kunt. Vervelend voor de jongens, maar dikke pret voor de lezers.  

Tosca Menten heeft met Dirkje Bakkes, brandnetelspecialist weer een dolkomisch verhaal neergezet voor jongens en meisjes van 9 tot en met een jaar of 12. Het boek bestaat uit 22 hoofdstukken. De zinnen zijn kort en het lettertype is prettig leesbaar. Ook hier kom je weer regelmatig de kleur van Dirkjes bramensap tegen. De hoofdstuktitels zijn roze van kleur, net als het geluid van de tractor en het stemmetje in Dirkjes hoofd. Taal is echt Tosca’s ding. In dit boek leer je weer een hoop nieuwe scheldwoorden kennen, zoals “akelige snotzak” en “alle snotbibbers”. Ook staan er twee pagina’s vol met echte tongbrekers zoals: “bomhompengrutgroezel” en “friebelsepierewiepflutbollen”.    

Hilarisch is het praten van tante Fop. Om deze kunstgebitloze tante te begrijpen moet je soms echt moeite doen: “’Wak ishuh?’ sliste het zwarte gat op de plek van haar mond. ‘Die ouwe gheik ish shiek. Die shnokzak zeg dakkruk ewg ish.’” (pag. 50)  

Mocht je na het lezen van dit boek zin krijgen om zelf brandnetels te gaan kweken, dan kan dat. Hier kun je een zakje brandnetelzaadjes bestellen. Voor vragen over het onderhoud van de planten kun je terecht bij Dirkje Bakkes, brandnetelspecialist. Maar nu even niet: Dirkje en Sokkie trekken eerst de wijde wereld in!