Het vergeten leed dat Sinti heet
Over de vervolgingen van zigeuners is, in vergelijking tot die van de joden, nog niet zoveel geschreven. Toch hebben in Europa ruim een half miljoen zigeuners de Tweede Wereldoorlog niet overleefd. Waarom weten wij hier dan zo weinig van af? En waarom duurde het tot het jaar 2000 voordat onze minister-president een officieel excuus maakte voor de wijze waarop zigeuners tijdens en na de Tweede Wereldoorlog zijn behandeld? Zowel de joden als zigeuners werden niet bepaald met open armen ontvangen bij terugkeer uit de concentratiekampen. Eigendommen waren spoorloos verdwenen en de opvang was slecht geregeld. Veel joden waren echter goed opgeleid, mondig en geïntegreerd in de Nederlandse maatschappij. Zij brachten zelf hun leed de buitenwereld in. Roma en Sinti daarentegen konden veelal niet lezen en schrijven en waren onwetend. Het paste ook niet bij de zigeunercultuur hun ellende met buitenstaanders (die hen vaak als uitschot behandelden) te delen. Inez van Loon doet een boekje open over deze vergeten Holocaust.
In Mijn zusje volgen we twee verhaallijnen. Het verhaal van Perla speelt zich vlak voor en tijdens de oorlog af. Het verhaal van Marla in 1957.
Perla reist met haar Sinti-familie door Duitsland. Met paard en wagen rijden ze van stad naar stad om met venten, handlezen en muziek hun brood te verdienen. Wanneer het in Duitsland niet meer veilig is trekken ze verder. Via België komen ze in Limburg terecht. Hier gaat het enige tijd goed, maar dan wordt de familie gedwongen om naar een verzamelkamp voor zigeuners te gaan. Tijdens een razzia wordt Perla’s familie gevangen genomen. Baby Kriepela blijft moederziel alleen achter in een ziekenhuis.
Op dertienjarige leeftijd krijgt Marla te horen dat ze geadopteerd is. Marla zit vol vragen. Wie is ze eigenlijk? Een joods meisje? Een zigeunermeisje? Heeft iemand van haar familie de oorlog overleefd? Marla hoopt dat een oude kloosterzuster haar kan helpen.
Het boek is bestemd voor lezers van tien jaar en ouder en het bestaat uit 38 korte hoofdstukken. Met zijn 310 bladzijden is het boek misschien best dik, maar laat je hierdoor vooral niet afschrikken. Het verhaal is zo boeiend dat je het uit hebt voordat je er erg in hebt. Wel komen er veel onbekende woorden voor in het boek. Veelal zijn dit woorden die met de Sinti-gebruiken te maken hebben. Achterin het boek worden al deze woorden toegelicht. Hier vind je ook een hoofdstuk met informatie over de vergeten Holocaust van de Roma en de Sinti.
Het boek is ontzettend interessant. Je leert niet alleen veel over de oorlog, maar ook over de eeuwenoude tradities en gebruiken van de Sinti. Op school is het boek prima te gebruiken bij de lessen over de oorlog of over discriminatie. Helaas wordt deze bevolkingsgroep nog steeds gediscrimineerd. Onbekend maakt nu eenmaal onbemind. Misschien kan dit boek er aan bijdragen dat wij de zigeunercultuur leren kennen en waarderen.
Er staan geen illustraties in het boek, maar op de facebookpagina van het boek staan veel foto’s die bij het verhaal aansluiten. Op de voorkant van het boek staat een foto van een meisje dat in een ruit kijkt. Toen ik een elfjarige lezer vroeg of zij wist wie dit meisje was, antwoordde zij dat het Marla was. “Marla zit achter in de auto op weg naar het klooster en ze heeft een telefoonnummer op haar arm geschreven”. Zelf zie ik er Perla in. Na de bevrijding keert zij (helemaal alleen) met de trein terug naar Nederland. Op haar arm staat haar kampnummer getatoeëerd. Waarom zien wij, volwassenen, meteen de trieste kant? Wat is het toch fijn om met kinderen over boeken te praten. Wat kunnen we veel van hen leren!
Reageer op deze recensie