Goed uitgedacht verhaal, redelijke uitwerking
De Vlaamse stad Gent wordt opgeschrikt door verschillende moorden, die kort na elkaar plaatsvinden. De slachtoffers zijn allen vooraanstaande mensen, zoals een professor van de Gentse universiteit. Wat ze nog meer gemeen hebben, is dat ze exact 30 dagen voor ze omgebracht worden een brief met een cryptische waarschuwing ontvangen. Een van de bedreigde mannen schakelt journalist Marc Ackein in, die de moord op hem moet verijdelen. Ondertussen speuren inspecteur Frans De Nolf en zijn team naar de dader. Het wordt een race tegen de klok om de Gentse seriemoordenaar te ontmaskeren en het moorden te stoppen.
Wie denkt met 30 dagen een simpel thrillerboekje in handen te hebben, heeft het mis. Bert Bergs (pseudoniem voor Robert Vandenberghe) weet een goed uitgedacht verhaal neer te zetten. Vooral de historische feiten en de beschrijvingen van het academische leven zijn in detail uitgewerkt. Geen wonder, als je weet dat Bergs werkte als hoogleraar aan de Universiteit Gent. Wel lijkt hij hier en daar haast te hebben gehad met de uitwerking van zijn thriller. De ontluikende liefde tussen Marc en Sara wordt vluchtig beschreven, alsof het gaat om een beschrijving van boodschappen doen. Jammer, want hier lagen zeker mogelijkheden om het verhaal ook amoureuze spanning mee te geven. Het had deze twee belangrijke personages meer menselijke trekken gegeven. Nu blijven zij, net als het andere hoofdpersonage (inspecteur De Nolf), toch ietwat oppervlakkige karakters. De ontknoping van het verhaal is zonder meer verrassend, maar maakt het niet uitdiepen van de personages helaas niet meer goed.
Waar zeker ook meer uit te halen was, is de typering van de stad waar het verhaal zich hoofdzakelijk afspeelt. Wie Gent weleens bezocht heeft, weet dat dit een prachtige, historische stad is die zich zeker leent voor een thriller. Goed, het glazen karakter van het Groot Gerechtsgebouw Gent (GGG) komt ter sprake, maar veel meer van Gent krijgt de lezer niet mee helaas.
30 dagen kent veel Vlaamse woorden, uitdrukkingen en grammatica. Veelal draagt dit bij aan de sfeer, je waant je als lezer in Vlaanderen. Binnen de context zijn de Vlaamse woorden vaak prima te begrijpen, bijvoorbeeld het woord ‘oplijsten’ in plaats van ‘opsommen’. Echter, het wordt lastiger met zaken die heel specifiek zijn. Woorden als ‘humaniora’, ‘licentiaatdiploma’ en ‘POSA-eenheid’ moeten toch echt even gegoogeld worden. Geen onoverkomelijk probleem, maar het haalt je wel uit je leesritme. Achter in het boek is een lijst met namen (en hun rol in het verhaal) opgenomen, een korte woordenlijst zou van grotere toegevoegde waarde geweest zijn voor Nederlandse lezers.
Al met al is 30 dagen een aangename thriller met een erg verrassende ontknoping. Hier en daar lijkt Bergs de balans kwijt, waardoor zaken te veel of juist te weinig zijn uitgewerkt. En ‘te’ is nooit goed, luidt het cliché niet voor niets. Weet Bergs de juiste balans in een volgend boek te vinden, dan doet de uitwerking meer eer aan zijn goedbedachte verhaal.
Reageer op deze recensie