Een goed begin is het halve werk
Een oudere man laat zijn hond uit in een Leidens park, vindt een lijk en twittert erover. Léon Coeur, een geschorste inspecteur, gaat er meteen op af en grijpt de vondst aan om te bewijzen dat zijn team niet zonder hem kan en gaat meteen op onderzoek uit. Hij laat zich bijstaan door zijn nichtje Hanna Gosselaer, die criminologie studeert. Het gevonden lichaam blijkt van Jeffrey Holt te zijn, Midden-Oostenjournalist voor opinietijdschrift Verbum. Opmerkelijk detail: in zijn buik is het cijfer 5 gekerfd. Wanneer ze ontdekken dat hij lange tijd opgesloten geweest is in een witte kamer (wat een marteltechniek uit het Midden-Oosten is, waarbij je onder meer je tijdsbesef verliest) ontstaat al snel het vermoeden dat Holt te veel wist over een recente terroristische aanslag in Amsterdam.
Een goede thriller zoekt de perfecte balans op tussen enerzijds een goed en vooral spannend verhaal, en anderzijds goed uitgewerkte karakters. Bij een groot aantal thrillers zie je de balans voornamelijk naar het eerste doorslaan. Bij De witte kamer van Samantha Stroombergen slaat de balans echter door naar het tweede. De karakters van Léon en Hanna zijn welhaast zo goed uitgewerkt dat het ten koste gaat van de spanning. Let wel, het is niet zo dat ‘De witte kamer’ niet spannend is, maar het houdt simpelweg niet over. Het verhaal is zeker wel interessant, niet voor de handliggend, soms ietwat vergezocht, maar zeker weldoordacht en realistisch, al neemt het er soms wel een loopje mee. Zoals Léon die overal mee wegkomt en Hanna die haar woning ter beschikking stelt aan haar oom om er vergaderingen met zijn collega’s te houden.
De witte kamer laat zich makkelijk lezen door de vele korte hoofdstukken en omdat Stroombergen een vlotte schrijfstijl heeft. Ze schrijft beeldend en heeft oog voor detail, zeker waar het gaat om het neerzetten van de belangrijkste karakters in het boek. Daar zit echt de plus van dit boek. Het zijn geen standaardbeschrijvingen van personen, Stroombergen geeft ze nadrukkelijk een eigen verhaal naast het hoofdverhaal (het onderzoek in de zaak Holt). Zo is Léon niet de zoveelste eigenwijze politieman die zijn eigen zin doet. Leon heeft een groot hart en dat komt in de passages met zijn vrouw Mirte goed aan het licht. Zij wil dolgraag kinderen, maar Léon is bang om jong te sterven en wil daarom juist geen kinderen. Deze kinderwens zorgt voor spanningen tussen de twee, maar zorgt er uiteindelijk ook voor dat ze dichter tot elkaar komen. Ook Hanna komt tot leven in je fantasie door het complete beeld dat geschapen wordt. Er is iets met haar been na een ongeluk bijna tien jaar geleden en de ontvoering en de moord waar haar beste vriendin Lena bij betrokken was, heeft een diepe wond geslagen. De zeer goed uitgewerkte eigen verhalen van Léon en Hanna maken deze karakters erg interessant, en is een schrijftechniek die Stroombergen zeker in toekomstige boeken moet behouden.
Een goed begin, en dat is het debuut van Stroombergen zeker, is het halve werk. Het is daarom goed te weten dat er een tweede boek met dezelfde personages is aangekondigd door de schrijfster. Nu de personages staan als een huis kan in het vervolg juist het thrilleraspect meer aandacht krijgen. Per saldo is het dan weer in balans en is het thrillergenre weer een topauteur rijker. Maar dat is op de zaken vooruit lopen. Vooralsnog is De witte kamer een zeer verdienstelijk debuut dat naar meer smaakt.
Reageer op deze recensie