Hinkt op te veel gedachten
Op een avond in 1996 wordt rijkswachter Peter De Vleeschauwer ontvoerd uit de rijkswachtkazerne van Sint-Niklaas. Aanvankelijk gaat men uit van een vermissing en gaat het gerucht dat Peter betrokken was bij louche zaken. Zes weken later wordt zijn lichaam gevonden, hij blijkt te zijn vermoord. Het onderzoek moet over, maar de onderzoeksleiding blijft dezelfde pistes onderzoeken, ook al leidden die eerder niet tot resultaat. Ook wanneer ze andere mogelijkheden aangeboden krijgen, blijven ze zich vastbijten op doodlopende sporen. Rijkswachters Chris en Ingrid besluiten een eigen onderzoek in te stellen.
Het verhaal is gebaseerd op een in de Belgische media breed uitgemeten zaak. De verdwijning en het verloop van het onderzoek zijn (grotendeels) waargebeurd, enkele onderdelen (zoals de hoofdpersonages Chris en Ingrid) zijn verzonnen. Dat is waar de schoen wringt bij dit boek. Het lijkt alsof Chris De Vleeschauwer geen duidelijke keuze heeft kunnen (of willen) maken tussen true crime of fictie. Hij beschrijft minutieus de gang van zaken van het onderzoek, alsof hij een true crime heeft willen schrijven. Maar het verhaal is gedeeltelijk fictief, waarbij niet altijd duidelijk is wat feit is en wat fictie. Voor ‘faction’ bevat het verhaal juist te veel details. Behalve dat het geen true crime of fictie is, is het eigenlijk ook geen roman. Het is eerder een aanklacht tegen het Belgische gerecht, tegen het gevoerde onderzoek en tegen het feit dat de naam van de broer van de auteur door het slijk gehaald wordt. Telkens opnieuw lees je tussen de regels door de teleurstelling.
Dubbele moord is het vervolg op Tuchtdossier. Er staat nergens dat het boek niet los van de reeks te lezen is, maar als je alleen dit boek leest kun je niet anders dan concluderen dat er geen kop en geen staart is. Er is weliswaar een korte terugblik, maar deze is te kort om goed in het verhaal te komen. Een eind is er ook niet, het verhaal gaat verder in een volgend deel.
Het boek bevat veel Vlaamse woorden, uitdrukkingen en zinsconstructies, maar het boek is voor Nederlandse lezers goed te volgen door de context van de gebruikte worden. Wat het echter moeilijk leesbaar maakt, is het formele taalgebruik en de vele moeilijke woorden, vaak binnen één zin. Bijvoorbeeld “Zijn voorkomen kon niet verheimelijken dat hij tot de conservatieve vleugel van het establishment behoorde.” en “De descriptie van wat de misdaadjournalisten in hun beschouwing naar voren brachten, is voor iedereen apert.”
Er is maar één conclusie mogelijk: Dubbele moord hinkt op te veel gedachten. Hierdoor is het geenszins de beoogde misdaadroman geworden zoals op de omslag vermeld staat. Het waargebeurde relaas dat aan het verhaal ten grondslag ligt is interessant van zichzelf en behoeft niet aangedikt te worden met verzinsels.
Reageer op deze recensie