Gruwelijkheden troef in spannende factionthriller
Het kartel gaat over de langstdurende oorlog waar Amerika bij betrokken is, de Mexicaanse drugsoorlog, en is grotendeels gebaseerd op waargebeurde feiten. Tegen deze achtergrond leren we Adán Barrera en Art Keller kennen. Barrera is de leider van een groot drugskartel, Keller staat aan de andere kant van de strijd als DEA-agent. Het kartel beschrijft een waar kat-en-muisspel, waarbij niemand aan de strijd lijkt te kunnen ontkomen. Politici en agenten zijn corrupt, journalisten worden omgekocht en inwoners zijn zowel getuigen als slachtoffers van gruwelijke afrekeningen.
Het kartel is een enorm dikke pil (700 pagina’s). Het boek is z’n gewicht (ruim een kilo) in goud waard qua spanning, maar het zorgt er ook voor dat het boek lastig te lezen is. Enerzijds is het boek door het enorme gewicht te zwaar om fijn vast te houden, anderzijds is het aanvankelijk een enorme opgave om ervoor te gaan zitten. Het voelt alsof je een wereldreis gaat maken. Je hebt er zin in, maar je weet ook dat je wel even onderweg gaat zijn, en vraagt je soms af waar je aan begonnen bent. Eenmaal op weg wordt je doorzettingsvermogen meer dan beloond: Het kartel blijkt niet alleen uitermate spannend, het geeft je ook een gedetailleerd inzicht in de werking van de drugskartels en het leed dat ze veroorzaken. Of is het in basis de Amerikaanse honger naar verdovende middelen die voor al het leed zorgt, en zijn de kartels slechts een middel? Deze vraag komt steeds weer terug in het verhaal. Een antwoord volgt niet, het is aan de lezer om te oordelen.
Het is enorm spannend zonder dat het leest als een thriller. Het is eerder alsof iemand je vertelt over de drugsoorlog in Mexico. Het laat zich gemakkelijk lezen, maar kent ontzettend veel details. Het lijkt wel of Winslow al zijn kennis over de kartels die hij in tien jaar onderzoek opdeed koste wat kost in één boek wilde verwerken. Wat het lezen ook lastig maakt: mensen lopen telkens over van organisatie naar organisatie. Heb je net voor jezelf helder wie bij welk kartel hoort, blijkt ‘ie zich alweer bij de concurrentie aangesloten te hebben.
Zonder twijfel is Het kartel één van de gruwelijkste verhalen die je zult lezen. Scandinavische thrillers hebben de naam soms bloederig en gruwelijk te zijn, maar dit verhaal slaat echt alles. Ook al ben je wat gewend, je wilt op meerdere momenten het boek wegleggen. Het bezorgt je kippenvel en rillingen. Een lijk dat in stukken gehakt wordt is eerder regel dan uitzondering, en dit is nog ‘maar’ het meest alledaagse en minst gruwelijke. Het is schokkend wanneer je beseft dat alles wat je leest faction is: fictie, grotendeels gebaseerd op waargebeurde feiten.
Op de uitwerking is weinig aan te merken. De personages zijn goed neergezet. Je leert ze kennen, hun drijfveren, hun ambities, maar vooral, ook bij de good guys, de slechte kanten. ‘Wat doen wij mensen elkaar aan, is de behoefte aan drugs in Amerika dit allemaal waard?’ vraagt Winslow zich bij monde van hoofdpersonage Keller diverse malen af.
Het kartel is zeker niet voor tere zieltjes. Het is faction van de bovenste plank voor wie meer wil weten over de drugsoorlog. Een boek vol feiten die nauwelijks aangedikt hoefden te worden met fictie om het spannend te maken. Helaas is de drugsoorlog ook zonder opsmuk een (trieste) thriller vanjewelste.
Reageer op deze recensie