Lezersrecensie
Meewandelende verhalen
Jeroen Theunissen wandelt van Valentia Island in Ierland naar Istanbul. Er worden 11 landen doorkruist (Ierland, Engeland, Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Polen, Oekraïne, Roemenië, Bulgarije en Turkije). Hij wandelt door Europa in navolging van Patrick Leigh Fermor die in 1933 van Hook of Holland ook naar Constantinopel wandelt.
Tijdens zijn reis verteld Theunissen allerlei verhalen. Verhalen over zijn eigen leven in het Belgische Gent. Verhalen over de landen en plaatsen waar hij doorheen wandelt. En ook over de wandeling zelf. Toch is het geen echt reisverslag. De reis lijkt een kapstok waar alle verhalen aan opgehangen zijn. De verhalen wandelen als het ware mee. Alle verhalen bevatten een behoorlijke hoeveelheid feiten en moeten heel veel research hebben gekost. Het zijn geen gedachten die tijdens de wandeling zomaar zijn ontstaan en even zijn opgeschreven. Iets wat in het Nawoord bevestigt wordt.
De wandeling is ook een vorm van protest tegen de huidige snelheid van leven. Eeuwenlang was de snelheid van wandelen het tempo van het leven: “Ik vertelde mijzelf dat wie wandelt dichter bij de sporen van onze voorouders staat.” Een verbinding met de oorsprong van leven. Een mooi gegeven.
Mooi is ook de thematiek van de cartograaf. Hij gebruikt op zijn reis fysieke kaarten. En die kleuren zijn reis stap voor stap in. Het boek is een ‘kaart van woorden’. Zo is hij de cartograaf één voor één zijn ontdekkingen optekent en in kaart brengt. Hij pleit voor verdwalen, en dwalen, de weg kwijtraken, en daar de tijd voor te nemen. Zo ontdek je nieuwe dingen. ‘Ontdekkingsreizigers waren per definitie de weg kwijt’ stelt hij.
Een zeer onderhoudend boek. Vlot geschreven. De vele caleidoscopische verhalen zijn erg interessant en kleuren de reis. Ook zijn persoonlijke drijfveren vormen een mooie verhaallijn. Als jonge vader, net gescheiden, is deze wandeling ook een persoonlijke vlucht en zoektocht tegelijkertijd. Of hij heeft gevonden wat hij zocht wordt niet helemaal duidelijk, maar ik hoop het wel!
Tijdens zijn reis verteld Theunissen allerlei verhalen. Verhalen over zijn eigen leven in het Belgische Gent. Verhalen over de landen en plaatsen waar hij doorheen wandelt. En ook over de wandeling zelf. Toch is het geen echt reisverslag. De reis lijkt een kapstok waar alle verhalen aan opgehangen zijn. De verhalen wandelen als het ware mee. Alle verhalen bevatten een behoorlijke hoeveelheid feiten en moeten heel veel research hebben gekost. Het zijn geen gedachten die tijdens de wandeling zomaar zijn ontstaan en even zijn opgeschreven. Iets wat in het Nawoord bevestigt wordt.
De wandeling is ook een vorm van protest tegen de huidige snelheid van leven. Eeuwenlang was de snelheid van wandelen het tempo van het leven: “Ik vertelde mijzelf dat wie wandelt dichter bij de sporen van onze voorouders staat.” Een verbinding met de oorsprong van leven. Een mooi gegeven.
Mooi is ook de thematiek van de cartograaf. Hij gebruikt op zijn reis fysieke kaarten. En die kleuren zijn reis stap voor stap in. Het boek is een ‘kaart van woorden’. Zo is hij de cartograaf één voor één zijn ontdekkingen optekent en in kaart brengt. Hij pleit voor verdwalen, en dwalen, de weg kwijtraken, en daar de tijd voor te nemen. Zo ontdek je nieuwe dingen. ‘Ontdekkingsreizigers waren per definitie de weg kwijt’ stelt hij.
Een zeer onderhoudend boek. Vlot geschreven. De vele caleidoscopische verhalen zijn erg interessant en kleuren de reis. Ook zijn persoonlijke drijfveren vormen een mooie verhaallijn. Als jonge vader, net gescheiden, is deze wandeling ook een persoonlijke vlucht en zoektocht tegelijkertijd. Of hij heeft gevonden wat hij zocht wordt niet helemaal duidelijk, maar ik hoop het wel!
2
Reageer op deze recensie