Lezersrecensie
Magisch denken
Jón Kalman Stefánsson wordt regelmatig genoemd als kandidaat voor de Nobelprijs van de literatuur. Nu heb ik eerder iets van hem gelezen en die potentiële genialiteit niet herkend. Dat was ‘Zomerlicht en dan komt de Nacht’. Ik heb dat uiteindelijk twee sterren gegeven. Ik vond het geen fijn boek.
Een definitief oordeel mag je echter niet vellen op één ervaring. Iedereen heeft ten tenslotte wel eens een slechte dag. Dus toch nog maar een keer proberen. En dat is dus Yellow Submarine geworden. Zijn meest recente boek.
En wat een verschil is dat met die eerste ervaring zeg! Een heel mooi boek. Of Stefánsson daarmee nu wel de Nobelprijs moet krijgen vind ik wat vroeg als definitieve conclusie en maakt in zekere zin ook helemaal niets uit. Maar het nodigt in ieder geval wel uit tot meer van deze schrijver te willen lezen.
Yellow Submarine bestaat uit 15 delen, die elk bestaan uit meerdere hoofdstukken. Zowel de delen als de hoofdstukken hebben lange en poëtische titels. Bijvoorbeeld: Soms is het leven een pas gevangen walvis op de vloedlijn, maar - waar is Johnny Cash, verdomme?! De lengte van de delen alsmede de hoofdstukken is volstrekt ongelijk. Het kortste hoofdstuk is die op pagina 167. ‘Niemand leeft hier op aarde zonder de doden (dit is de titel).
Dat ligt zo voor de hand dat dit hoofdstuk niet langer hoeft te zijn (dit is het hele hoofdstuk).’
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van één hoofdpersoon. Eerst als kind. Ongeveer 8 jaar oud. Geboren in 1963. Dit vormt de ruggengraat van het verhaal. Daarnaast komen we de hoofdpersoon tegen in 1980-1985 en 2022.
Er is iets heel bijzonders aan het taalgebruik van Stefansson met name als hij de wereld van het kind beschrijft. Het zijn namelijk prachtige zinnen. Bloemrijk. Poëtisch. Best complex. En tóch is het overduidelijk de denkwereld van een kind. Een kind met een zeer rijke fantasie waarin werkelijkheid en innerlijke gedachtenwereld voortdurend door elkaar heen lopen. Het is magisch denken wat Stensson heel mooi beschrijft. Ondersteunt door prachtige zinnen. Het toch is het verhaal op geen enkele plaats ‘kinderlijk’. Heel bijzonder!
Qua tijd worden er uitstapjes gemaakt naar 1980-1985 maar ook naar 33 voor Christus. Het verhaal haalt haar inspiratie uit meerdere locaties. Mesopotamië (voor Christus), London en IJsland.
De hoofdpersoon verliest op de genoemde achtjarige leeftijd zijn moeder aan kanker. Dat heeft een enorme impact en vormt de start van een rouw- en verwerkingsproces waarin zijn verbeeldend vermogen hem helpt om dit verlies te verwerken. Het is dat proces wat het leidend thema is in dit boek.
In dat verwerkingsproces zijn er paar dingen hem helpen. Een belangrijke plaats wordt ingenomen door boeken lezen. Hij leest alles wat los en vast zit. Zijn moeder had hem verteld dat boeken wijzer zijn dan mensen en dat de beste boeken antwoorden geven. Een speciale plek in de te lezen boeken wordt ingenomen door de Bijbel. Zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Hij leest en herleest beiden regelmatig. Zo komt hij ook in contact met God. Hij constateert een grote tegenstelling tussen de wraakzuchtige, wrede en moorddadige God van het Oude Testament, en de goedmoedige, hulpvaardige en rechtvaardige Jezus uit het Nieuwe Testament. God neemt zelfs plaats op de achterbank van Trabant van zijn vader. En ook daar vloeien de perspectieven door elkaar. Kijk eens naar dit fragment op P155: ‘En toen zei God tegen Jezus in de Trabant op de weg van Keflavík: ik ben bang dat ze dood is, je moeder - ze is heengegaan. Ja, ze is heengegaan. Ik ben bang dat dat een feit is.’ Daar lijkt de perspectief vervaging zo ver gevorderd dat vader en zoon in God en Jezus zijn veranderd.
Naast de bijbel is er nog een tweede oeroud geschrift wat een belangrijke rol speelt in het verhaal. Dat is Het epos van Gilgamesj. Poëzie ‘van de aarde of van een meteoriet uit het begin der tijden met een belangrijke boodschap.’ Afkomstig uit Mesopotamië. Het is de vriend van de hoofdpersoon Örn die op zoek is naar de oorsprong van dit oude verhaal in dichtvorm. 2600 voor Christus. Het gedicht lijkt te gaan over het verwerken van verlies en overwinnen van de dood. ‘Alles veroudert, alles sterft, niets kan dat tegenhouden, de tijd voert ons, sneller en sneller, naar de deur die uitkomt in de duisternis. Is het daarom dat het verdriet een sintel is die nooit uit ons hart gaat?’ De hoofdpersoon is zich vanaf dat moment dat zijn vriend Örn hem in contact brengt met dit gedicht zich bewust van sterfelijkheid en de eindigheid van het leven.
De relatie met zijn vader is uitermate moeizaam. Echt contact is er niet. Echt praten doen ze niet. Zijn vader krijgt een nieuwe relatie en er komt een stiefmoeder in het verhaal. Die verhuist met de hoofdpersoon naar het noorden van IJsland. Vader blijft in Reijkjavik en komt soms op bezoek. Hartverscheurend is de scène waar de hoofdpersoon op zijn vader wacht. In zijn gedachten wordt het een vreugdevol weerzien. Hij is opgetogen. En heeft voor het eerst liefdevolle gevoelens voor zijn vader. Hoe anders loopt het in werkelijkheid. Een zeer koude douche. Een teleurstelling. En de tranen schieten in je ogen.
Een speciale plaats in geruimd voor de Beatles. Waarom is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk is Stefánsson gewoon een grote fan. In een park in London zit Paul McCartney op een bankje en wil de hoofdpersoon hem een versie van het Gilgamesj epos geven. Hij wacht in het boek lang op een geschikt moment. Ringo Star zit samen met God in de Trabant van zijn vader. En John Lennon woont in IJsland en is dominee. Jaartallen van belangrijke gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersoon komen overeen met historische data van de Beatles. Zo rijdt hij een lesauto in de prak op de dag dat John Lennon wordt neergeschoten. Deze gebeurtenis gaat overigens gepaard met een voor dit boek typische constatering: Lennon wordt laat op de avond van 8 december in Amerika neergeschoten. In IJsland was het door het tijdsverschil toen feitelijk al 9 december. Dus sterft Lennon 1 dag later in IJsland dan in New York. De paradox van de tijd
En dan is er natuurlijk ook de Yellow Submarine. De titel van het boek en één van de songs van de Beatles. In het boek is dit soms de gedroomde plaats waar de hoofdpersoon naar toe vlucht als het leven hem even te veel is. “…ik luisterde dan naar het liedje ‘Yellow Submarine’ in de hoop dat de onderzeeër met mij in het heidemeer zou duiken waar de impact van de werkelijkheid niet kon komen. (P286). Maar soms is het ook een echte veilige plek die door de Yellow Submarine gerepresenteerd wordt. een voorbeeld is de kelder van de bibliotheek in Kevlavik. Beschreven op p97: “…, langs de bibliotheek die in Keflavík mijn schuilplaats was, mijn gele onderzeeër, vooral de kamer helemaal achter in de kelder waar de kranten werden bewaard en ik ongestoord kon zitten” het is daar ook waar hij zijn enige vriend Örm, de zoon van de bibliothecaresse, ontmoet. Zijn enige vriend. Die in 1985 overlijdt.
Ook Jezus wordt met de Yellow Submarine verbonden. “Jezus verzamelt de zonnestralen, verandert ze in een gele onderzeeër vaart met ons in het diepe water, naar een veilige omgeving, naar vriendschap, terwijl de van de werkelijkheid de wereld geselt.” (P238)
Het is 53 jaar later dat de hoofdpersoon voor het eerst kan huilen om het verdriet over de dood van zijn moeder. Hij huilt 53 jaar te laat zegt hij. Veel te laat concludeert hij. Zijn vader is dan ook overleden. En ze hebben elkaar niet kunnen bereiken.
Een heel mooi boek! Het verhaal is aangrijpend en ontroerend. Het taalgebruik werkelijk prachtig. Naast zeer ernstig, ook vol humor. En met hele mooie zinnen.
Nog een paar voorbeelden:
“Jezus is negen jaar oud, ik acht en Hond is blij. Met z’n drieën zijn we samen ongeveer zevenduizend jaar oud.” (P234)
“Het verleden gaat nooit voorbij, het zit in alles wat we doen, denken, voelen, maar het komt desondanks nooit meer terug.” (P84)
Een definitief oordeel mag je echter niet vellen op één ervaring. Iedereen heeft ten tenslotte wel eens een slechte dag. Dus toch nog maar een keer proberen. En dat is dus Yellow Submarine geworden. Zijn meest recente boek.
En wat een verschil is dat met die eerste ervaring zeg! Een heel mooi boek. Of Stefánsson daarmee nu wel de Nobelprijs moet krijgen vind ik wat vroeg als definitieve conclusie en maakt in zekere zin ook helemaal niets uit. Maar het nodigt in ieder geval wel uit tot meer van deze schrijver te willen lezen.
Yellow Submarine bestaat uit 15 delen, die elk bestaan uit meerdere hoofdstukken. Zowel de delen als de hoofdstukken hebben lange en poëtische titels. Bijvoorbeeld: Soms is het leven een pas gevangen walvis op de vloedlijn, maar - waar is Johnny Cash, verdomme?! De lengte van de delen alsmede de hoofdstukken is volstrekt ongelijk. Het kortste hoofdstuk is die op pagina 167. ‘Niemand leeft hier op aarde zonder de doden (dit is de titel).
Dat ligt zo voor de hand dat dit hoofdstuk niet langer hoeft te zijn (dit is het hele hoofdstuk).’
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van één hoofdpersoon. Eerst als kind. Ongeveer 8 jaar oud. Geboren in 1963. Dit vormt de ruggengraat van het verhaal. Daarnaast komen we de hoofdpersoon tegen in 1980-1985 en 2022.
Er is iets heel bijzonders aan het taalgebruik van Stefansson met name als hij de wereld van het kind beschrijft. Het zijn namelijk prachtige zinnen. Bloemrijk. Poëtisch. Best complex. En tóch is het overduidelijk de denkwereld van een kind. Een kind met een zeer rijke fantasie waarin werkelijkheid en innerlijke gedachtenwereld voortdurend door elkaar heen lopen. Het is magisch denken wat Stensson heel mooi beschrijft. Ondersteunt door prachtige zinnen. Het toch is het verhaal op geen enkele plaats ‘kinderlijk’. Heel bijzonder!
Qua tijd worden er uitstapjes gemaakt naar 1980-1985 maar ook naar 33 voor Christus. Het verhaal haalt haar inspiratie uit meerdere locaties. Mesopotamië (voor Christus), London en IJsland.
De hoofdpersoon verliest op de genoemde achtjarige leeftijd zijn moeder aan kanker. Dat heeft een enorme impact en vormt de start van een rouw- en verwerkingsproces waarin zijn verbeeldend vermogen hem helpt om dit verlies te verwerken. Het is dat proces wat het leidend thema is in dit boek.
In dat verwerkingsproces zijn er paar dingen hem helpen. Een belangrijke plaats wordt ingenomen door boeken lezen. Hij leest alles wat los en vast zit. Zijn moeder had hem verteld dat boeken wijzer zijn dan mensen en dat de beste boeken antwoorden geven. Een speciale plek in de te lezen boeken wordt ingenomen door de Bijbel. Zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Hij leest en herleest beiden regelmatig. Zo komt hij ook in contact met God. Hij constateert een grote tegenstelling tussen de wraakzuchtige, wrede en moorddadige God van het Oude Testament, en de goedmoedige, hulpvaardige en rechtvaardige Jezus uit het Nieuwe Testament. God neemt zelfs plaats op de achterbank van Trabant van zijn vader. En ook daar vloeien de perspectieven door elkaar. Kijk eens naar dit fragment op P155: ‘En toen zei God tegen Jezus in de Trabant op de weg van Keflavík: ik ben bang dat ze dood is, je moeder - ze is heengegaan. Ja, ze is heengegaan. Ik ben bang dat dat een feit is.’ Daar lijkt de perspectief vervaging zo ver gevorderd dat vader en zoon in God en Jezus zijn veranderd.
Naast de bijbel is er nog een tweede oeroud geschrift wat een belangrijke rol speelt in het verhaal. Dat is Het epos van Gilgamesj. Poëzie ‘van de aarde of van een meteoriet uit het begin der tijden met een belangrijke boodschap.’ Afkomstig uit Mesopotamië. Het is de vriend van de hoofdpersoon Örn die op zoek is naar de oorsprong van dit oude verhaal in dichtvorm. 2600 voor Christus. Het gedicht lijkt te gaan over het verwerken van verlies en overwinnen van de dood. ‘Alles veroudert, alles sterft, niets kan dat tegenhouden, de tijd voert ons, sneller en sneller, naar de deur die uitkomt in de duisternis. Is het daarom dat het verdriet een sintel is die nooit uit ons hart gaat?’ De hoofdpersoon is zich vanaf dat moment dat zijn vriend Örn hem in contact brengt met dit gedicht zich bewust van sterfelijkheid en de eindigheid van het leven.
De relatie met zijn vader is uitermate moeizaam. Echt contact is er niet. Echt praten doen ze niet. Zijn vader krijgt een nieuwe relatie en er komt een stiefmoeder in het verhaal. Die verhuist met de hoofdpersoon naar het noorden van IJsland. Vader blijft in Reijkjavik en komt soms op bezoek. Hartverscheurend is de scène waar de hoofdpersoon op zijn vader wacht. In zijn gedachten wordt het een vreugdevol weerzien. Hij is opgetogen. En heeft voor het eerst liefdevolle gevoelens voor zijn vader. Hoe anders loopt het in werkelijkheid. Een zeer koude douche. Een teleurstelling. En de tranen schieten in je ogen.
Een speciale plaats in geruimd voor de Beatles. Waarom is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk is Stefánsson gewoon een grote fan. In een park in London zit Paul McCartney op een bankje en wil de hoofdpersoon hem een versie van het Gilgamesj epos geven. Hij wacht in het boek lang op een geschikt moment. Ringo Star zit samen met God in de Trabant van zijn vader. En John Lennon woont in IJsland en is dominee. Jaartallen van belangrijke gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersoon komen overeen met historische data van de Beatles. Zo rijdt hij een lesauto in de prak op de dag dat John Lennon wordt neergeschoten. Deze gebeurtenis gaat overigens gepaard met een voor dit boek typische constatering: Lennon wordt laat op de avond van 8 december in Amerika neergeschoten. In IJsland was het door het tijdsverschil toen feitelijk al 9 december. Dus sterft Lennon 1 dag later in IJsland dan in New York. De paradox van de tijd
En dan is er natuurlijk ook de Yellow Submarine. De titel van het boek en één van de songs van de Beatles. In het boek is dit soms de gedroomde plaats waar de hoofdpersoon naar toe vlucht als het leven hem even te veel is. “…ik luisterde dan naar het liedje ‘Yellow Submarine’ in de hoop dat de onderzeeër met mij in het heidemeer zou duiken waar de impact van de werkelijkheid niet kon komen. (P286). Maar soms is het ook een echte veilige plek die door de Yellow Submarine gerepresenteerd wordt. een voorbeeld is de kelder van de bibliotheek in Kevlavik. Beschreven op p97: “…, langs de bibliotheek die in Keflavík mijn schuilplaats was, mijn gele onderzeeër, vooral de kamer helemaal achter in de kelder waar de kranten werden bewaard en ik ongestoord kon zitten” het is daar ook waar hij zijn enige vriend Örm, de zoon van de bibliothecaresse, ontmoet. Zijn enige vriend. Die in 1985 overlijdt.
Ook Jezus wordt met de Yellow Submarine verbonden. “Jezus verzamelt de zonnestralen, verandert ze in een gele onderzeeër vaart met ons in het diepe water, naar een veilige omgeving, naar vriendschap, terwijl de van de werkelijkheid de wereld geselt.” (P238)
Het is 53 jaar later dat de hoofdpersoon voor het eerst kan huilen om het verdriet over de dood van zijn moeder. Hij huilt 53 jaar te laat zegt hij. Veel te laat concludeert hij. Zijn vader is dan ook overleden. En ze hebben elkaar niet kunnen bereiken.
Een heel mooi boek! Het verhaal is aangrijpend en ontroerend. Het taalgebruik werkelijk prachtig. Naast zeer ernstig, ook vol humor. En met hele mooie zinnen.
Nog een paar voorbeelden:
“Jezus is negen jaar oud, ik acht en Hond is blij. Met z’n drieën zijn we samen ongeveer zevenduizend jaar oud.” (P234)
“Het verleden gaat nooit voorbij, het zit in alles wat we doen, denken, voelen, maar het komt desondanks nooit meer terug.” (P84)
3
Reageer op deze recensie