Vermakelijk liefdesverhaal
Sam en Marjolein zijn na bijna een halve eeuw huwelijk uit elkaar. Marjolein heeft hem aan de kant gezet nadat een twintig jaar oude affaire van Sam aan het licht is gekomen. Ze beleeft nu een soort tweede jeugd. Zo betrekt ze een chique appartement in Amsterdam Zuid en gaat terug naar ‘toen’ door het bezoeken van hippiefeestjes in de stijl van de jaren zestig, samen met andere ‘overjarige hippies’ die ze nog kent uit die tijd. Echter, zo studentikoos en goedkoop als de feestjes toen waren zijn ze nu niet meer, ze worden gehouden op de binnenplaats van een gezellig appartementencomplex, waarbij originele Weber-barbecues niet mogen ontbreken. Sam heeft het ondertussen behoorlijk moeilijk met de relatiebreuk, en vult zijn dagen met pogingen om Marjolein terug te winnen, terwijl hij zich afvraagt wat hij verkeerd heeft gedaan en anders had moeten doen. Hij kwijnt langzaam weg en begint ook lichamelijke problemen te krijgen.
Kort samengevat kan De binnentuin een liefdesverhaal worden genoemd. Daar is dan ook het grootste gedeelte mee gezegd. Schrijver Henk Spaan (1948) had veel meer diepgang in deze roman kunnen brengen door de gevoelens van Sam over zijn scheiding met Marjolein wat verder uit te diepen. Die ontbreken, waardoor het geheel her en der toch wat oppervlakkig overkomt, hoewel het zeker een vermakelijk verhaal is dat met humor geschreven is. Het had echter de potentie om meer te zijn dan dat, maar helaas is de uitwerking niet overtuigend.
Spaan heeft duidelijk nog op een andere manier gepoogd zijn roman wat meer inhoud te geven: zo wordt er bij Sam op een gegeven moment een ernstige ziekte geconstateerd, waarna hij van ziekenhuisbezoek naar ziekenhuisbezoek leeft. De angst voor de dood en het verval komt echter niet heel duidelijk naar voren, en speelt uiteindelijk een veel kleinere rol in de roman dan had gekund. Wat overigens wel van belang lijkt is dat Marjolein hem trouw bezoekt, wat de lezer doet vermoeden dat er nog hoop is op een hereniging. Hiermee weet Spaan de lezer te ontroeren. De liefde tussen Sam en Marjolein is gedurende het hele boek duidelijk voelbaar aanwezig – ook al zijn ze uit elkaar -, en nooit clichématig beschreven. De schrijver kiest een realistische, soms licht sarcastische invalshoek om hun relatie te beschrijven.
De babyboomer heeft net als andere generaties, zoals de generatie X of Y, problemen passend bij zijn of haar (leef)tijd. In dit boek komen die duidelijk naar voren: de babyboomers in deze roman zijn (bijna) aan pensioen toe, worstelen met de vraag ‘wat nu?’, willen (zoals Spaan ook aangeeft in een tv-interview bij De wereld draait door) dure, georganiseerde culturele reizen maken, zijn (soms tot in het extreme) bezig met kunst en cultuur en worstelen met haperende lichaamsfuncties en verval.
Voelbaar is de melancholie naar ‘vroeger’: de verwijzingen naar kraakpanden, de Maagdenhuisbezetting, de jaren ’60, de linkse milieus waaraan ex-vrouw Marjolein zo graag vasthoudt, de wat oudere lezer zal zich hierin misschien herkennen. Helaas is het verhaal verder te voorspelbaar – man en vrouw gaan uit elkaar, leiden tijdelijk een wild leven, worstelen met wat clichématige zaken waar zowat elke babyboomer momenteel mee te maken heeft. Een blijvende of diepe indruk laat de roman daardoor helaas niet achter.
Reageer op deze recensie