Portret van rouw in poëtische taal
In De paradijstuin vertelt Zsuzsa Bánk in poëtische taal vanuit een ik-perspectief over de zomer waarin haar vader na een kort ziekbed komt te overlijden, en wat dat doet met haar, haar gezin en haar familie. Vader, die in Duitsland woont, wordt naar Hongarije gebracht om daar een laatste zomer door te brengen, op de plek waar hij opgroeide. Het gaat echter zo snel bergafwaarts met hem, dat hij van ziekenhuis naar ziekenhuis wordt gebracht en eigenlijk helemaal niet meer kan genieten van een laatste zomer in zijn thuisland. Vervolgens begint het 'wachten op de dood', zoals de auteur dit zelf noemt, een tijd die Bánk zowel als 'te langzaam' als 'te snel' ervaart.
'De paradijstuin is een persoonlijk portret geworden met thema's als rouw, verdriet, verlies, familie, melancholie en opgroeien.' Recensent Eeke
De paradijstuin is een persoonlijk portret geworden met thema's als rouw, verdriet, verlies, familie, melancholie en opgroeien. Door middel van flashbacks neemt de auteur de lezer mee naar haar jeugd met de eindeloze zomers in Hongarije, maar ook naar de jeugd van haar vader, die opgroeide als zoon van een stationschef en keer op keer verhuisde. Daarbij weet de auteur door middel van fraai en poëtisch taalgebruik haar gedachten en emoties goed te verwoorden, zonder dat het ongeloofwaardig of te dramatisch wordt. Een pluim voor vertalers Irene Dirkes en Lucienne Pruijs is hierbij ook zeker op z'n plaats! Elementen als de seizoenen, het weer, gevoelens en emoties zijn immers niet de makkelijkste om te vertalen, en dan op zó'n manier dat de finesses en het bedoelde over te brengen gevoel behouden blijven is een kunst op zich. Hierin zijn zij erg goed geslaagd: 'De zomer stort zijn felste geel over ons uit, maar we praten over de winter.'
De uitleg van typisch Hongaarse woorden en uitdrukkingen die moeilijk vertaalbaar zijn (vergelijkbaar met het Nederlandse 'gezellig') zijn erg leuk om te lezen: 'Jó úszás. (...) Er wordt het gevoel mee bedoeld, het appelleert aan het grote, vrije en zorgeloze ervan, de uren van onbezorgdheid in het zonwarme water, er wordt het uitgebreide in-het-water-zijn mee bedoeld waaraan geen eind wil komen, waarvoor geen tijd bestaat.'
Het verdriet van de auteur is duidelijk voelbaar tijdens het lezen van dit boek. Hoewel thema's als verlies, rouw, familie zich lenen voor een diepere laag komt die laag niet echt tot uiting. Ook zijn bijpersonages zoals Zsuzsa's moeder en nicht helaas nauwelijks uitgewerkt. Het boek leest als een zeer persoonlijk verhaal en mist wellicht daardoor wat diepgang. Door de nadruk op het verdriet en het verlies in vooral de eerste helft van het boek ontbreekt het daar aan vaart. Ondanks de mooie taal blijft het boek de lezer daarom niet lang bij, ook al bevat het tweede gedeelte meer humor, waardoor er weer wat meer afwisseling in komt: 'Mijn vader wilde geen wormen in zijn lijf, hij wilde verbrand worden.' De kracht zit hem vooral in de mooie taal en het herkenbare verhaal voor eenieder die met ziekte en verlies van een naaste is geconfronteerd.
Reageer op deze recensie