Filosofisch prozadebuut is mix van genres
Het tegenovergestelde van een mens is het prozadebuut van de nog jonge (1990) filosofe Lieke Marsman.
De 29-jarige hoofdpersoon Ida geeft de lezer middels de ik-vorm een inkijkje in haar leven: over hoe ze opgroeide in een vinex-wijk met haar ouders en broer Carl, maar ook over de dingen die ze meemaakt nu ze volwassen is. Na een studie politicologie houdt ze zich momenteel vooral bezig met de klimaatproblematiek. Ze tekent dagelijkse, schijnbaar onbelangrijke dingen op: gedachten, gevoelens, en filosofische theorieën die op diverse zaken betrekking hebben, zoals het klimaat, wereldrampen etc. Ook de liefde speelt een belangrijke rol: het boek begint met de beschrijving van een avond waarop Ida Robin ontmoet, die later haar vriendin zal worden. In deze relatie voelt Ida, die licht autistische trekjes vertoont (iets wat zich bijvoorbeeld uit door haar obsessie voor het verzamelen van bepaalde spullen en een fascinatie voor statistiek), zich vaak alleen: ze heeft het gevoel dat ze geen grip krijgt op de persoon Robin en de liefde, de onzekerheid ervan.
De natuurkundige beschrijvingen zijn niet altijd even interessant, soms zelfs langdradig. Zo wordt tot in detail uiteengezet hoe een stuwdam werkt, maar het is tegelijkertijd wel weer een mooi voorbeeld van de intense fascinatie van Ida voor het klimaat. Iets wat Robin overigens met lede ogen aanziet; ze is bang dat Ida verbitterd zal raken als ze zich te veel zal beseffen hoe slecht het ervoor staat met het milieu.
De filosofische of diepere laag is steeds aanwezig in deze roman; soms door woordspelingen, dan weer omdat gedurende enkele alinea’s teksten of uitspraken van filosofen worden aangehaald. Of bijvoorbeeld omdat er een alternatieve werkelijkheid wordt gepresenteerd: De moeder van Robin is overleden en zij wil daar niet over spreken, dus snijdt Ida dit onderwerp bewust niet aan als ze op de bank zitten. Ze beschrijft de ongemakkelijkheid die dit met zich meebrengt, omdat ze niet tegen stiltes kan. De bladzijde daarna begint een nieuw hoofdstuk met de titel: ‘Als Robin wel over haar moeder zou spreken’. Een hoofdstuk over de definitie van ‘het verschil’ mondt uit in een gedicht.
De associaties die Ida heeft en waaraan ze vervolgens uiting geeft zijn grappig om te lezen. Zo ziet ze, terwijl ze samen met Robin in een café is, een jongen met een wolvenshirt en zegt dan tegen haar vriendin:
“Wist je dat er in Nederland actiegroepen zijn die ervoor willen zorgen dat er weer wolven in Nederland komen?”
Naarmate het boek vordert wordt het echter wel erg filosofisch en worden de wetenschappelijke theorieën langer. Er is dan helaas minder ruimte voor de gevoelens en gedachten van Ida. De verhaallijn, die in het begin nog goed te volgen was en telkens weer opdook na enkele bladzijden of hoofdstukjes ‘wetenschappelijke filosofie’, verdwijnt dan enigszins en eindigt tenslotte in een climax die ongrijpbaar is.
Kortom: Het tegenovergestelde van een mens is een nogal bijzonder boek dat zich moeilijk laat omschrijven en waarop lastig een etiket te plakken valt. Daardoor is het eigen in zijn soort, wat het mooi maakt, een goede mix van meerdere genres, maar het leest af en toe ook lastig. Welke kant gaan we op? Waar leidt deze filosofische bladzijde, dit gedicht, deze beschrijving over gevoelens naartoe? Gaan we weer verder met het verhaal of komt er eerst toch nog even een uiteenzetting over het filosofische gedachtegoed van Freud? De emotie die Marsman heeft weten door laten klinken in het verhaal van Ida zorgt er uiteindelijk voor dat het verhaal gelukkig nog lang blijft hangen.
Reageer op deze recensie