Rake roman over jeugdverdriet
In de debuutroman van Anne-Fleur van der Heiden (1987) blikt de studerende hoofdpersoon Noor terug op haar jeugd. Met een aan drank en drugs verslaafde moeder die zeer onvoorspelbaar gedrag vertoonde was haar jeugd geenszins eenvoudig te noemen. Dit heeft een enorme stempel op haar leven gedrukt.
Op ontroerende wijze weet de auteur de onvoorwaardelijke liefde die de hoofdpersoon voor haar moeder voelt neer te zetten. Ondanks alles – want wat de moeder haar kind en zichzelf aandoet is echt niet niks – blijft Noor voor haar moeder zorgen. En dit doet ze al van jongs af aan. Als kind zorgt ze ervoor dat zowel zijzelf als haar moeder zichzelf redden en zo weinig mogelijk last veroorzaken. Als tiener en nu als student komt ze opdraven op het moment dat haar moeder het wil, laat zich uitschelden en keer op keer teleurstellen en afblaffen. Haar moeder trekt haar aan en stoot haar weer af. Wat zeer duidelijk wordt is dat hier allerminst sprake is van een gezonde moeder-dochter relatie. En pas heel laat krijgt Noor door dat wat zij doet niet vanzelfsprekend is gezien de nare jeugd die ze heeft gehad, de weinige liefde die haar moeder terug kon geven – veroorzaakt door de verslavingen. Moeite om af te kicken doet haar moeder overigens zelden. Pas helemaal op het eind van het boek, Noor is dan al volwassen, leest ze een dagboek van haar moeder en dringt het tot haar door hoe weinig zij voor haar betekende:
“Wat een dom wijf was mijn moeder. Ineens valt het me op dat in het hele godvergeten dagboek mijn naam niet één keer voorkomt.”
Zeer treffend zet de auteur dit neer; je voelt de onmacht van Noor op het moment dat ze zich eindelijk realiseert dat het een ongezonde relatie is, dat ze meer voor zichzelf moet gaan kiezen, afstand moet gaan nemen. Dat het beroep dat haar moeder op haar heeft gedaan meer heeft beïnvloed dan ze aanvankelijk dacht (bijvoorbeeld ook haar partnerkeuze, werk etc.) Het verdriet wat hierbij komt kijken. En de wetenschap dat ze, hoe klein ze ook was, tegen beter weten in probeerde voor haar moeder te zorgen, haar van haar verslaving af te helpen, zo min mogelijk extra ruis te veroorzaken. De praktische dingen door te laten gaan. Wanhopig op zoek naar liefde en waardering.
Hoewel Van der Heiden er dus goed in slaagt om de lezer zich in te kunnen laten leven in de hoofdpersoon en emotioneel betrokken te raken, mist het boek op sommige momenten uitwerking en diepgang. Hoeveel ellende kan een mens verdragen? Alles komt tegelijk. Heeft ze eindelijk een redelijk leuke stiefvader, overlijdt die. Haar vriend gaat bij haar weg, haar werk stopt. Hoeveel ruimte neemt dit in haar leven in? Noor glijdt langzaam een depressie in, haar moeder achterna. Maar wat dit precies met haar doet? Dat wordt niet verteld, de gevoelens van Noor blijven wat onderbelicht, hoewel zij nu juist diegene is die met een jeugdtrauma moet dealen. Desalniettemin zet de auteur een raak, doeltreffend en goed verhaal neer over de onmacht van een door drank en drugs verpeste jeugd.
Reageer op deze recensie