Italiaans familie-epos over invloed nurture en nature
Wij zijn niet als hagedissen is de tweede roman van Erika Bianchi, en haar eerste boek dat naar het Nederlands is vertaald. Bianchi, historica, is gefascineerd door de vraag hoe het komt dat mensen zo worden als ze zijn en welke beslissing doorslaggevend is voor de loop van de gebeurtenissen in een leven. Het mag dan ook geen verbazing heten dat deze thematiek in dit boek een grote rol speelt.
Het verhaal begint in 1948 aan de Bretonse kust, tijdens de Tour de France, alwaar de jonge serveerster Lena zwanger wordt van Zaro, de monteur van de Italiaanse wielerploeg. Helaas wil Zaro niks van zijn dochter Isabelle weten. Tien jaar later besluit Lena om haar spullen te pakken en samen met haar dochter naar Italië te gaan, om Zaro op te zoeken en daar een nieuw bestaan op te bouwen. Zaro heeft inmiddels een nieuwe liefde bij wie hij een zoon heeft. Hij zit absoluut niet te wachten op de komst van Lena en Isabelle. Lena blijft toch in het Italiaanse dorpje wonen met haar dochter. Als ze zelf een nieuwe liefde krijgt laat ze Isabelle achter, die de rest van haar leven worstelt met de trauma’s uit haar jeugd. Ten slotte krijgt Isabelle zelf ook weer kinderen en lijkt de geschiedenis zich te herhalen.
Complex aan dit boek zijn de vele perspectief- en tijdswisselingen, die het soms lastig maken om weer in het verhaal te komen indien het even is weggelegd. Met welk familielid hebben we nu weer te maken? Voor de lezer was het prettiger geweest als er een stamboom en lijstje met personen waren toegevoegd om de vele personages, inclusief hun leeftijd en geboortejaar, uit elkaar te kunnen houden, zeker omdat die rap na elkaar geïntroduceerd worden. Verder moet men erg alert zijn op de snel opeenvolgende tijdssprongen die tegelijkertijd het boek flink wat vaart geven, dus toch aan de andere kant ook weer heel welkom zijn.
De bijzondere titel verwijst naar hagedissen, die bij gevaar een stuk van hun staart afwerpen, waarna al snel een nieuw stuk staart groeit. In het boek wordt mooi duidelijk dat wij mensen niet als hagedissen zijn: bij ons kan verlies of een gevaarlijke situatie blijvende schade aanrichten. Onze ‘staart’ groeit niet meer aan. De Italiaanse titel is hierin wat duidelijker: Il contrario delle lucertole, letterlijk ‘het tegenovergestelde van hagedissen’. In het boek wordt de eigenlijke verhaallijn overigens af en toe onderbroken door cursieve, dagboekachtige fragmenten en verhandelingen over de hagedis en de symboliek van dieren en de natuur. Helaas staat dit iets te ver van het verhaal af om het echt als toegevoegde waarde te beschouwen; de lezer moet reeds al zijn aandacht richten op de continue tijds- en perspectiefwisselingen, waardoor deze stukjes eerder een extra ballast zijn.
De verschillende karakters zijn goed uitgewerkt en maken dat je hun diepste drijfveren, beweegredenen, angsten en verlangens goed leert kennen. Hierdoor kan men zich verplaatsen in (bijna) elk van hen. Eens te meer maakt de auteur hiermee duidelijk dat een oordeel snel te vellen is, een mening gauw gevormd, maar dat het zo belangrijk is om zaken juist vanuit meerdere perspectieven te bekijken.
Met Wij zijn niet als hagedissen wordt een mooi familie-epos blootgelegd, schitterend vertaald in prachtig proza door Manon Smits. Tevens laat het ons nadenken over de vraag in hoeverre nurture en nature bepalend zijn voor het verloop van iemands leven. Hoe groot is de invloed van gebeurtenissen die plaats hebben gevonden in een familie, soms al generaties lang geleden? Het verhaal kabbelt een beetje voort, waarbij de nadruk ligt op de goede karakteruitwerking en de onderhuidse thematiek. Jammer genoeg ontbreekt het aan een beetje ‘swung’, of een verrassingselement, iets dat het boek er nét even uit had laten springen.
Reageer op deze recensie