Een nachtmerrieachtig perspectief
In Het boek van alle angsten van Emy Koopman (1985) ontvouwt zich langzaam maar zeker een dystopische wereld waarin twee verhaallijnen elkaar afwisselen. Enerzijds volgen we Fana, een angstige scholiere met Iraanse roots. Anderzijds lezen we over Viko, die worstelt met zijn zachtaardigheid, de moeizame band met zijn vader en zijn homoseksuele gevoelens. Beide pubers worden op school gepest. Hoewel Fana niet anders kan dan haar pestkoppen negeren, vat Viko de koe bij de hoorns door te werken aan zijn assertiviteit. Hij sluit zich aan bij Echte Jongens, een forum waar het idee heerst dat echte mannen zich niet horen te schamen. Eerst uit Viko zich veelal online, waar hij een talentvolle trol blijkt te zijn, later ook in het echt.
Slecht één maal kruisen ze elkaars wegen. Fana en Viko zijn inmiddels studenten Psychologie en Biologie en 'geen van hen beiden zou ooit aan deze avond terugdenken als de gemiste kans die het was.' Waarom zouden ze ook? Viko belandt via een discussieavond van Trots en Eer – een hechte club jonge mannen die mannelijkheid verheerlijken – in de armen van zijn jeugdliefde Elias. Fana’s sociale leven wordt nog altijd teveel beheerst door angst om een gemiste kans te herkennen.
Het boek van alle angsten is het tweede boek van Koopman. In 2016 debuteerde zij met de roman Orewoet, die genomineerd werd voor de Fintro Literatuurprijs (2017) en de Bronzen Uil (2017). Naast schrijver is Koopman gepromoveerd literatuurwetenschapper en onderzoeksjournalist (momenteel is ze op tv te zien met de VPRO-reisserie Paradijs Canada over de keerzijde van het leven in Canada).
Ook in Het boek van alle angsten wroet Koopman in de pijnpunten van onze maatschappij. Daar waar de pestkoppen zich in de realiteit al jarenlang online uitleven, creëert Koopman in het tweede deel van haar boek een toekomst waarin iedere zwakte van de mens genadeloos wordt gestraft door een lagere rating op de maatschappelijke ladder. Wie geen saldo meer heeft, wordt weggestuurd naar het grillige ‘Buitengebied’. In deze beklemmende wereld is Fana als psychologe de laatste strohalm voor mensen die door scheiding of andere ‘vernederingen’ een laag saldo hebben. Lukt het niet om het saldo van een cliënt door middel van angsttraining omhoog te krijgen? Dan wacht hen een denigrerende, openbare veiling (voor vrouwen) of het primitieve buitengebied (voor mannen) waar – onder ruige omstandigheden – alle mensen samenleven die zich tegen de overheid verzetten.
Vooral in dit tweede deel komt Koopmans boek goed tot bloei. Haar wereld na een ingrijpende klimaatramp heeft iets weg van Dave Eggers' De cirkel en bevat sporen van Heerlijke nieuwe wereld van Aldous Huxley en Charlie Brookers dystopische anthologie Black Mirror. In een vlotte vertelstijl laat Koopman veel aan de verbeelding van de lezer over. Hoewel Fana’s hoofdstukken emotioneel wat afgevlakt blijven (conditionering door blootstelling aan allerlei soorten angst?) weten Viko’s stukken een emotionele snaar te raken. Het boek van alle angsten zet de lezer aan het denken en biedt (een nachtmerrieachtig) perspectief aan onder meer de huidige klimaatcrisis en oplaaiende coronadiscussies.
Reageer op deze recensie