Liefdevolle roman over familiezorg(en)
Lieve Joris schreef in Terug naar Neerpelt over haar aan drugsverslaafde broer Fonny. In Hildeke focust ze zich op haar dementerende vader en zus Hildeke die het syndroom van Down heeft. Wanneer het met vader steeds slechter gaat, wordt duidelijk dat Hildeke onmogelijk voor zichzelf kan zorgen. Er zit voor Joris niets anders op dan terug te keren naar haar oude woonplaats. Tijdens haar verblijf met Hildeke in het ouderlijk huis in Hasselt, doemen er verschillende demonen uit haar jeugd op. Als vijfde kind in een gezin van negen, was het thuis druk en gebeurde er veel. Een chaos die Joris jarenlang wist te ontvluchten. Dit deed ze door te gaan reizen en aan non-fictieboeken te werken over de vaak gevaarlijke gebieden die ze doorkruiste in het Midden-Oosten, Afrika, Oost-Europa en Azië.
'Familieromans zitten vaak vol drama en wrok, maar Hildeke blijft weg van dit alles.' - recensent Eline
Hildeke is een tweeluik. In het eerste deel, getiteld ‘De schepper’, beschrijft ze hoe haar vader langzaamaan steeds zieker wordt. Heldere momenten worden afgewisseld met de schrijnende radeloosheid die met dementie gepaard gaat. Dit heeft zijn weerslag op de manier waarop de kinderen met de verzorging van hun vader omgaan. Vervolgens zet ze haar vaders ingrijpende ziekte af tegen het moeilijke leven dat hij daarvoor heeft geleid. Zijn eigen vader stierf toen hij nog jong was in de Eerste Wereldoorlog. Dat het vaderschap hem vervolgens zwaar viel, is aan dat verlies te wijten. Daarnaast heeft hij de dood van zijn verslaafde zoon nooit helemaal goed kunnen verwerken:
‘Telkens zou hij de klok terugdraaien, tot helemaal aan Fonny’s geboorte, en trokken de schuldigen aan diens trieste lot in processie voorbij’.
In het tweede deel ontfermt Joris zich over Hildeke, die moeilijk kan communiceren maar toch op haar eigen manier haar plek opeist binnen het gezin. Joris voelt zich als zus verantwoordelijk voor haar welzijn, zeker als Hildekes gezondheid niet lang na het overlijden van hun vader eveneens achteruitgaat. De zussenband die zij voelt en het ongrijpbare gedrag van haar Hildeke staan, tegen de achtergrond van hun overleden vader, centraal in dit deel.
Joris debuteerde in 1986 met De golf. Haar werk is vertaald in meerdere talen en won prestigieuze prijzen als de Henriëtte Roland Holst-prijs, de Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Bob den Uyl Prijs. Familieromans zitten vaak vol drama en wrok, maar Hildeke blijft weg van dit alles. Joris schrijft met precisie en psychologische diepgang. Ze laat zien hoe het is om in een groot gezin op te groeien, hiervan weg te gaan en vervolgens terug te komen als familieleden zorg nodig hebben. De lege plek die je achterlaat past je dan niet meer, al zullen oude patronen nooit verdwijnen. De novelle bevat geen spanning of onverwachte wendingen. Toch weet dit verhaal, dat zo liefdevol is opgetekend, de lezer aan te moedigen door te lezen.
Reageer op deze recensie