Verstikkende roman over de erfenis van trauma
Pluto, de nieuwste roman van Lara Taveirne, volgt Antonia die in de jaren 80 opgroeit. Ze is de jongste van vier dochters. Aan het hoofd van het chaotische gezin staat moeder Marie-Josepha. Antonia herinnert zich haar moeder als een vrouw ‘vol zelfbeklag’; iemand die ‘getuigen nodig [had], een publiek. Zonder was ze kansloos.’ Wanneer ze niet in bed onder haar rode sprei lag te mokken, wist Marie-Josepha zelfs op de meest afgelegen plaatsen wel een man in datzelfde rode vangnet te strikken. Haar losbandigheid en het feit dat ‘haar hart elke drie jaar vervelt als een slang’, hebben ertoe geleid dat Antonia en haar (half)zussen Jane, Frederike en Eliza drie verschillende vaders hebben. Terwijl haar twee oudste zussen regelmatig vertrekken naar het appartement van hun vader aan zee, moet Antonia met stekende jaloezie lijdzaam toezien hoe ook haar lievelingszus Eliza geregeld een middag met haar vader in het nabijgelegen parkje spendeert.
Ondanks haar eigen afwezige vader, bestempelt Antonia haar kindertijd als fijn. Weelderige beschrijvingen van het invullen van vriendenboekjes, logeerpartijtjes bij vriendinnen en het gezamenlijk zorgen voor hun onbezonnen moeder, vullen de pagina’s. Toch is het vooral de zomer van 1987 die Antonia het levendigst bijstaat. Samen met haar moeder en zussen spendeerde Antonia de zomermaanden in Pluto, een vervallen dijkhuis. Deze impulsaankoop van Marie-Josepha stond op het platteland, omgeven door sloten, kronkelweggetjes en akkers. Het onconventionele gezin leefde hier van het land, zwom veel en genoot van het buitenleven. Dit heerlijke zomergevoel weet het omslag perfect te vangen: een jonge vrouw met een strohoed die op een houten steiger geniet van de zon. Maar wie goed kijkt, ontwaart onder deze hoed een gebogen hoofd, en ziet hoe haar hand zich wanhopig aan het steigerhout vastklampt.
Pluto is de vierde roman van Taveirne, die met haar debuut De kinderen van Calais de Vlaamse Debuutprijs won, waarna onder meer Kerkhofblommenstraat van haar hand verscheen. De kracht van vrouwen en de transformatie van meisje naar vrouw vormen belangrijke thema’s in haar romans. Zo ook in Pluto. Maar hier ontvouwt zich tevens een raamvertelling waarin Antonia’s dochter Loekie toevalligerwijs een schrift vindt met haar moeders levensverhaal erin gekrabbeld. Loekie ontdekt dat ook zij en haar broer Rowan een link hebben met het mythische dijkhuis nadat hun Marokkaanse vader van de aardbodem verdween. Ze leest dat verlies, depressie en de dood wel degelijk als schaduwen over Antonia’s jeugd, en dus ook over haar favoriete zomer van 1987, lagen. Taveirne wisselt gedurende het boek de perspectieven van moeder en dochter af waarbij Antonia’s weg naar haar zelfverkozen lot steeds duidelijker wordt uitgestippeld.
Onder het zorgeloze en het zonovergoten, worstelen de personages in Pluto met het moederschap, met familiebanden en met eenzaamheid en gemis. In rijke zinnen laat Taveirne de lezer steeds dieper afdalen naar de verstikkende onderwereld waar Pluto de scepter zwaait. De roman bevat nogal wat uitweidingen en neemt diverse zijwegen. Deze overdaad aan beschrijvingen zorgt ervoor dat Pluto het geduld van de lezer soms flink op de proef stelt voordat het verhaal tot de kern komt. De ironische ondertoon en poëtische schrijfstijl van Taveirne decoreren de plot daarentegen met subtiele woordpareltjes die van verder lezen geen straf maken. Is trauma iets wat hoe dan ook generatie op generatie weer wordt doorgegeven? Wat Taveirne betreft ligt de omgang met deze erfenis verscholen in het woord Pluto: de één associeert het met het vrolijke Disneyfiguurtje, de ander met de Romeinse god die bepaalt of geliefden elkaar weer terugzien, of zelfs met de gelijknamige dwergplaneet die het verst van de aarde is verwijderd.
Reageer op deze recensie