Meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Fragmentarische roman over verbondenheid en verlies in tragikomische tweevoud

Eline van der Boog 18 juli 2024 Hebban Recensent
In Waar ik liever niet aan denk van Jente Posthuma (de Engelse vertaling door Sarah Timmer Harvey stond op de shortlist van de International Booker Prize 2024) blikt de ik-persoon terug op verschillende herinneringen aan haar broer. Ze zijn een tweeling; hij is net wat ouder en noemt zich Een, zij wordt door hem vanzelfsprekend Twee genoemd. Zich tweede voelen is daardoor niet alleen veilig en vertrouwd, maar vormt geleidelijk aan een hardnekkig patroon in het leven van de ik-persoon. Daar komt nog bij dat haar onverschillige ouders – een kille moeder, afwezige vader – hoge verwachtingen hebben van haar broer: ‘Hij gaat later iets bijzonders doen.’ Dit soort bijzonderheden probeert zij juist te vermijden door ‘zo’n vanzelfsprekende aanwezigheid te zijn dat ik een soort meubelstuk werd’, maar tegelijkertijd constateert ze: ‘Ik ben te weinig of te veel. Ik kan mezelf slecht doseren’. Ook haar broer heeft het niet makkelijk; hij wordt gepest op school (‘Mijn moeder zei dat we het maar als een natuurverschijnsel moesten zien, een storm die opkomt en weer gaat liggen’) en naarmate ze ouder worden sluit hij zich steeds meer voor zijn zus af.

Net als in haar debuutroman Mensen zonder uitstraling stelt Posthuma familiedynamieken centraal. De eenzaamheid en radeloosheid die de zus voelt als haar broer zwijgzaam worstelt wordt goed voelbaar gemaakt: ‘De korte stiltes die mijn broer liet vallen hoorde ik later pas.’ Zoals de ik-persoon niet veel ruimte voor zichzelf opeist, zo heeft Posthuma niet veel woorden nodig om een treffende scene neer te zetten. In korte, titelloze hoofdstukken wordt de band tussen broer en zus uitgediept waarbij hun continue strijd de boventoon voert. Van samen naar programma’s als Expeditie Robinson en Survivor kijken en reisplannen maken naar New York komt, als ze eenmaal volwassen zijn, steeds minder terecht. De broer stopt met zijn studie Engels, vertrekt na een verbroken relatie naar Brazilië en laat zijn zus gissen naar wat er werkelijk in hem omgaat. In Leo vindt de ik-persoon weliswaar ‘een man bij wie ik niet hoef te krimpen’, maar in haar hoofd speelt als een mantra de gedachte: ‘Als ik niemand anders meer heb, dan is mijn broer er altijd nog.’

Over het lot van de broer doet Waar ik liever niet aan denk niet geheimzinnig. Evenals de hoofdpersoon wordt de lezer er in deze – en hier moet je van houden – fragmentarische roman herhaaldelijk aan herinnerd. (Zijn het immers niet juist de gedachten die worden onderdrukt die het vaakst door het hoofd spoken?) De Twin Towers staan daarbij symbool voor het definitief uiteenvallen van de band tussen de ik-figuur en haar tweelingbroer: als de een valt, valt de ander niet veel later ook. Er gaat in het boek veel aandacht uit naar de kleine obsessies van de zus. Haar bonte truien verzameling en de aanzienlijke tijd die ze op Google doorbrengt op zoek naar weetjes over het WTC of naziarts Josef Mengele steken bleek af tegen haar broer die het toch altijd beter weet en zich druk maakt om wezenlijke zaken als het klimaat en dierenwelzijn. Het onvermogen om de ander – hoe hecht ook – volledig te kennen, de onzichtbare grip van depressie op iemands leven en dat van naasten en de impact van complexe rouw maken van Waar ik liever niet aan denk een boek waarin zware thema’s onophoudelijk uitwaaieren. Toch overheerst de luchtige ondertoon dankzij Posthuma’s tragikomische stijl en het schijnbare gemak waarmee ze de ik-figuur eerst onderdompelt in pijnlijke gedachten om haar vervolgens onbekommerd een nieuwe jas aan te laten trekken die voelt alsof ze ‘een nieuw levenspad was ingeslagen.’

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Eline van der Boog

Gesponsord

Leen (27) zit gevangen in een kelder. Pas als hij zelf begrijpt waarom, zal zijn moeder hem vrijlaten. Literaire thriller. Spannend en aangrijpend. Vakantietip!

Stemmen laat de kracht van taal laat zien. Bijzonder knap hoe Boekwijt erin slaagt warmte en kou en hoop en verdriet in enkele zinnen te vangen.