Virtuoze passie
'Sommige gezagvoerders van een schip verlaten de thuishaven met een bezwaard gemoed, vervuld van smart en onvrede. Ze hebben een vrouw, kinderen wellicht, een of andere liefde in elk geval, of misschien slechts een onschuldige verslaving, die ze een jaar of langer moeten missen. Mij heugt slechts één man die met veerkrachtige tred over het dek liep en met opgewekte stem de eerste koers van de reis verkondigde. Maar deze man, zo vernam ik later, liet slechts een moeras van schulden en dwangbevelen achter.'
Zo begint het tweede verhaal, of juister gezegd, de eerste herinnering in dit boek vol herinneringen en indrukken, zoals de ondertitel van De zee, een spiegel luidt. Die eerste herinnering volgt na een korte verhandeling over landvallingen en afvaarten, want zo eenvoudig als de woorden lijken, is het niet. Zeker niet voor 'het zelfingenomen volkje landrotten', hoewel landvalling – het moment dat land in zicht is – niet meer vraagt dan 'een scherp oog en helder weer'. Afvaart is een stuk ingewikkelder, omdat dat een 'welomlijnde handeling die een proces met zich meebreng' aanduidt. Joseph Conrad legt het proces vervolgens zeer precies, en met de nodige droge humor uit.
Amper drie bladzijden gevorderd in dit boek is er al één ding klip en klaar: Conrad houdt van de zee, de schepen die de zee bevaren en van het anker. Niet alleen omdat het anker een symbool is van de hoop, maar omdat ze begin en einde van de reis markeren en ze bij lange reizen, waarbij er niets massiefs in de buurt is om het vaartuig aan te verankeren, de nachtwacht gezelschap houden op het dek. Conrad verfoeit het dan ook dat 'de dagelijkse pers in het land' spreekt over het uitwerpen van een anker, omdat 'een anker nimmer [wordt] uitgeworpen, en lichtzinnig omgaan met vakjargon is een misdaad tegen de helderheid, precisie en schoonheid van verzorgde taal.' Waarmee de tweede grote passie van Conrad duidelijk gemaakt is: taal. De wijze waarop Conrad over zijn ene grote liefde vertelt door de andere in te zetten, zorgt ervoor dat zelfs lezers die niets met zeevaart hebben, en al helemaal niets met ankers, nooit meer het werkwoord uitwerpen zullen durven gebruiken in combinatie met ankers.
In schitterende, meanderende verhalen neemt Conrad zijn lezers mee op diverse schepen over de hele wereld. Staand naast een gezagvoerder op een ijzeren schip, die hoofdschuddend een brigantijn bekijkt en zichzelf gelukkig prijst dat hij daar niet mee over de zee moet gaan, of in gedachten meereizend met de bevelhebber van de allereerste Romeinse galei 'de monding van de Theems met een gefascineerde blik [moet] hebben aanschouwd toen hij de sneb van zijn schip onder de kliffen van North Foreland westwaarts wendde.'
De zee, een spiegel is een ode aan de zee, aan de scheepvaart en de taal die alleen door Joseph Conrad geschreven kon worden en waar woorden om te vertellen welke fantastisch gebeeldhouwde verhalen dat oplevert tekort schieten. Het woord is daarom aan Conrad om, terwijl hij uitlegt hoe groot de liefde van een zeeman is voor zijn schip, nogmaals van zijn taalvirtuositeit en die van Lisette Graswinckel, de vertaalster, blijk te geven:
'Want ondanks de vele honderden die de zee hebben beschimpt, onder wie als eerste Shakespeare, met de regel: Gij, grimmiger dan hartzeer, honger, zee tot en met de allerlaatste zeerat van de 'oude stempel', met weinig woorden en nog minder ideeën tot zijn beschikking, zal men naar ik geloof geen enkele zeeman kunnen vinden die ooit de goede of slechte naam van een schip en een vloek in één adem heeft genoemd. En zou zijn gevloek en getier zich ooit, getart door ontberingen op zee, tot zo ver als zijn schip uitstrekken, dan slechts heel voorzichtig, zoals een hand die met een vriendelijke gebaar, zonder bijbedoeling, op een vrouwenarm wordt gelegd.'
Reageer op deze recensie