Dit ís poëzie
"Ik feliciteer mezelf en jou, lezer, dat wij deze stem horen. En wat je in deze gedichten ook tegenkomt [...] weet dan: dit is echt. Dit is geen replica."
Met bovenstaande eindigt Frank Tazelaar, directeur Literair Productiehuis Wintertuin, zijn voorwoord. Wat hij met echt bedoelt, laat hij zien met drie regels uit het gedicht 'Tuinfeest':
het thema was Winnie de Poeh dus overal beren
niemand sprak me aan vanwege mijn air
of misschien ook omdat ik bloot was
Erik Jan Harmens (1970) geeft zich inderdaad (echt) bloot in zijn gedichten. De eerste gedichten in Ik noem dit poëzie zijn samengenomen onder de titel 'Early works'. Wellicht ooit onderdeel van die allereerste bundel die Harmens op eigen kosten liet drukken. Een koopje, dacht hij, maar alle waar naar zijn geld, want hij sloeg de bundel open en de bladzijden vlogen alle kanten op. Dan kan je bij de pakken neer gaan zitten, maar dat deed hij niet: Harmens verkocht zijn bundels simpelweg met de opdracht: "Voorzichtig lezen". Een opdracht die ook voor Ik noem dit poëzie geldt, ondanks de perfecte lijmlaag.
In menigten is het officiële debuut van Harmens en werd in 2003 bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar uitgegeven. De eerste regels laten al direct niets te raden:
ik dumpte haar niet maar liet 'r bederven als hartige taart
of beter gezegd ze stierf
En ook het gedicht 'Propere Hein' begint op niet mis te verstane wijze met:
sorry dat ik niet kwam opdagen bij je bundelpresentatie
en dankjewel voor de e-mail waarin je onze vriendschap
opzegde
yours truly is erg van de duidelijkheid
Dat laatste klopt, én van de drank én van de humor, zoals 'Tonic' laat zien, waar hij drinkend in een drukke zaal, bedenkt:
ik zou niet verbaasd zijn als hier straks een spijkerbom
tot ontploffing wordt gebracht
steeds als ik een koninck bestel verstaat de barman tonic
'Hmpf' heet het 1ste deel van 'Underperformer' dat uit slechts uit één gedicht bestaat en begint met streber // lathooglegger // outperformer om na heel wat gejerimijeer te eindigen met:
ik heb iets in me maar het komt er niet uit
zij heeft niets in zich maar het komt er wel uit
De gedichten in 'Underperformer' zijn allemaal titelloos, bevatten regelmatig strofes met uitsluitend scheldwoorden waarmee Harmens zichzelf en anderen lijkt te bezweren. Naast de bijna vanzelfsprekende drank in allerlei soorten en maten, komt het rijtje midazolan // morfine // rocuronium vaak terug. Het lijkt alsof Harmens daarmee de onveilige, harde realiteit willen verdoezelen of verdoven, want:
nergens ben ik veilig vaatwasser
nergens ben ik veilig bordenbreker
nergens aangekoektepannenvergeter
Harmens eindigt 'Underperformer' met de verzuchting:
er is een schromelijk gebrek aan content
en een bizar overschot aan potgrond
we komen om in de begonia's
maar niemand om ze te bezingen
In 'Gospels en psalmen' zijn Harmensiaanse versies van gospels en psalmen te vinden, met veelzeggende namen zoals Eerste psalm, Eerste gospel, Eerste échte psalm, een vijftal Serial prayers, Madeinchinagospel en Gospel voor de atheïst die me op zijn sterfbed vroeg een fokkin dominee te regelen. Gospels, psalmen en gebeden in allerlei soorten, maten en vormen, die hardop voorgedragen moeten worden. Bij voorkeur door Harmens zelf.
Dan, in 'De Financieele gedichten' en 'Open mond' is er ineens de rust van de tweeregelige strofen, die maar een enkele keer afgewisseld worden met een langere strofe. Maar dat is een schijnbare rust, alleen in vorm, zo blijkt, want ook in twee regels per keer kan Harmens razen:
Je kunt defaulten en dromen van een jong lijfje in Parijs,
Maar je bent een népmarionet! Je wens ligt koudgemaakt in ijs.
De gedichten zijn korter, de regels zijn korter, de woorden zijn korter, maar nog steeds echt. Echte poëzie, echt Erik Jan Harmens:
sorry dat ik niet beter kan
sorry dat dit het is
sorry dat er niet nog iets achteraan komt
geen grande finale van taal
het lijkt nog het meest op lachen
maar niet zoals vroeger op het fietspad
je zegt dat ik niet wil veranderen
maar ik wil juist dat niets hetzelfde blijft
Reageer op deze recensie