Een bundeltje pathetische saaiheid
Nooit vergat ik jou van Frieda Mulisch (ja, de dochter van ...) is prachtig getimed: vlak voor het, dit jaar voor de tweede keer georganiseerde, Harry Mulisch festival. Wat zou het fijn zijn geweest voor iedereen, en dan met name voor Frieda Mulisch zelf, als deze dunne bundel een glanzend eerbetoon zou zijn geweest aan een van Nederlands grootste schrijvers. Helaas is dat niet het geval. De bedoelingen van Frieda Mulisch zullen ongetwijfeld goed zijn geweest, maar de kwaliteit van haar poëzie ontstijgt nergens het niveau van een rijmpje in een 'poessie-album'.
Het tweede gedicht, Elementair gemis, begint bijvoorbeeld als volgt:
Omdat steevast
(Ook in mijn dromen,
Confronterend, pijnlijk als altijd)
De geschiedenis van jouw leven met de mijne
Verstrikt raakt, schrijf ik jou,
Vader.
Alsof overspoeld door gemis stormen van herinneringen
Tegen de kroniek slaan die weggevaagd wordt,
Zo heftig, maar hermetisch zijn de afdwalingen,
Zo fel,
Toch laten de gevoelens zich niet uitroeien.
En worstelt het souvenir zich langs kippenvel naar de vlakte.
Het verschil met 'Rozen verwelken, bloemen vergaan' is klein, zoniet nihil en dat geldt voor alle gedichten. Ze bevatten veel en vaak dramatische, heftige woorden, die geen enkele ruimte aan de verbeelding of interpretatie van de lezer laten. De beeldspraak die Frieda Mulisch gebruikt is ondubbelzinnig, plat, zonder dubbele bodems of originele invalshoeken, terwijl ritme of opbouw van de gedichten de saaiheid van de taal ook al niet opheffen. Zelfs als Mulisch vilein wil zijn, is het saai. Zo lijkt ze wraak te nemen op haar vader in het korte gedicht Beklag:
dood is niets dan dood.
dood is vader.
wat is vader?
doder dan dood.
het vaderlijke in dood
vader doodt tot vader.
het vaderlijke van vader
maakt dood.
En dat terwijl wraak zulke spannende poëzie kan opleveren! Of, heel simpel, maar vaak net zo prettig: leuke, lekker te lezen poëzie. Maar dit gedicht is noch het een, noch het ander. Beklag kan natuurlijk ook als treuren worden opgevat, maar dat (ver)helpt niets omdat die interpretatie het gedicht slechts huilerig en bombastischer maakt. Het meest pathetisch en larmoyant, is het laatste gedicht. Het draagt als titel Mijn bestaan en bevat vrijwel uitsluitend zinnen als 'Met pijn doorboord, van schrik snel terugdeinzend', 'Onderwijl bestaand, bloedend slaapt zij door', 'Als rottend netwerk van weedom' en 'Hoogmoedig asemde in een gouden ei.', om te eindigen met:
Lukt het dochter niet de zaken te scheiden
en weer
Geeft zij haar dode vader de hoofdrol.
Tijdens een interview (22 oktober 2014, Nooit meer slapen) vertelt Frieda Mulisch dat ze denkt dat haar vader deze gedichten mooi zou hebben gevonden en trots zou zijn geweest, omdat gedichten schrijven altijd beter is dan kijken naar een programma zoals Atlas. Ze heeft ongetwijfeld gelijk, want zij kent zowel haar vader als Atlas. Maar of het lezen van deze gedichten beter is dan kijken naar dat programma, valt te betwijfelen.
In hetzelfde interview vertelt ze dat haar tweede bundel al gereed is: een dikke bundel vol gedichten over haar ex-minnaars. Het is te hopen dat die bundel wel voorzien is van de kwaliteiten die aan Nooit vergat ik jou ontbreken, zoals afwisseling, originaliteit, taalvirtuositeit, ritme, frisheid, verbeelding, verrassing... Kortom, alles wat poëzie (en proza) spannend en fantastisch maakt.
Reageer op deze recensie