Fabuleuze verteller(s)
"Groene thee is fantastisch zolang je het drinkt, maar je moet er wel van zeiken als een kameel, en mijn mond voelt nu aan alsof er een stervende rat in gescheten heeft."
De vijftienjarige Holly Sykes zit bij Ed Brubeck achterop de fiets. Het is 30 juni 1984 en bloedheet. Holly is weggelopen van huis na de zoveelste ruzie met haar moeder. Ze is van plan om tenminste lang genoeg weg te blijven "om ma te bewijzen dat ik oud genoeg ben om voor mezelf te zorgen en dat ze me niet meer hoeft te behandelen als een kind van zeven." Ed Brubeck, een jongen die ze van school kent, geeft haar een lift en helpt haar zo een eind op weg. Tijdens haar vlucht heeft Holly een aantal nogal angstaanjagende ontmoetingen, maar belandt uiteindelijk op een plek waar ze zelf in haar natje en droogje kan voorzien. Haar vlucht en het eerste deel van Tijdmeters eindigen op het moment dat Ed haar opzoekt met de mededeling dat haar jongste broer, Jacko, verdwenen is. Holly keert snel terug naar haar familie om mee te helpen zoeken, maar helaas wordt Jacko niet teruggevonden.
Holly's verdere leven is de dikke rode lijn door dit ouderwets Mitchelliaans overrompelende boek. Tijdmeters bestaat uit zes delen waarin een verteller in de ik-vorm vertelt wat hem of haar zoal overkomt en overkomen is. Holly Sykes start als een dwarse puber met een grote bek, groeit in de loop van Tijdmeters in de schaduw van de diverse hoofdpersonen op tot een zelfstandige, ietwat eigenwijze vrouw die het hart op de tong heeft, en die zelfs als stramme oma van twee kleinkinderen in een bleke wereld nog volslagen onafhankelijk wenst te blijven.
Het is geweldig om naar Holly te luisteren, maar zeker geen straf om de andere hoofdpersonen aan te horen en te volgen. De volstrekt amorele, fascinerende student Hugo Lamb bijvoorbeeld of de ooit succesvolle, maar inmiddels tweederangse, cynische schrijver Crispin Hershey, zijn een genot om naar te luisteren. Maar ook de integere, door en door loyale Ed Brubeck, in 2004 werkzaam als oorlogsverslaggever in Irak en getrouwd met Holly, is een betoverende verteller.
Wie al eerder boeken van David Mitchell heeft gelezen, weet dat hij een fabuleuze verteller is en dat hij in staat is om op terloopse, volkomen geloofwaardige wijze fantastische en magische gebeurtenissen te verwerken in zijn verhalen. Zo ook in Tijdmeters, hoewel van terloopsheid absoluut geen sprake is. Het op één na laatste deel, waarin 'Marinus' aan het woord is, beschrijft hoe zij en haar mede-chronometristen zich voorbereiden op het ultieme treffen met de 'anachoreten van de Kapel van de Schemering van de Blinde Kathaar van het Thomasietenklooster van de Sidelhornpas'. De heroïsche strijd die volgt tussen goed en kwaad wordt door Mitchell zo uitbundig beschreven dat een gemiddelde ontmoeting tussen Harry Potter en 'Jeweetwel' daarbij in het niet valt. Dit vet aangezette fantasydeel zal niet iedereen bevallen, maar Mitchells verteltalent zorgt er moeiteloos voor dat zelfs fantasymijders zich samen met Marinus en Holly in de deze strijd storten.
Holly Sykes, Hugo Lamb, Ed Brubeck, Crispin Hershey, Marinus en weer Holly Sykes zorgen ieder met hun eigen stem en stijl voor een afwisselend, soms onthutsend pijnlijk, maar altijd boeiend verhaal dat in 1984 begint met een ruziënde tiener in een Engelse pub en eindigt in 2043 met een stramme, maar nog steeds welgebekte oma in een Iers dorpje, op het moment dat de Chinezen het beschermende Kordon vanwege te weinig opbrengsten besluiten op te heffen.
Reageer op deze recensie