Lezersrecensie
Sprookje wordt mythe, of de geschiedenis van een liefde
‘Drift’, verschenen in 2018, is de tweede roman van Bregje Hofstede (Ede, 1988). Haar debuutroman ‘De hemel boven Parijs’ verscheen in 2014. Hofstede is journalist, columnist en schrijver.
De ik-persoon, genaamd Bregje, besluit op een avond, na 10 jaar huwelijk, weg te lopen van deze relatie en op zoek te gaan naar zichzelf en naar de waarde van de relatie Ze neemt alleen een rugzak mee met daarin haar dagboeken en schriften. Reizend van Airbnb naar Airbnb probeert zij een beeld te krijgen van zichzelf, van alle Bregjes die ze in de loop der jaren is geweest, van haar relatie met haar jeugdliefde en wat deze relatie heeft betekend voor wie zij geworden is. De roman is fictie, maar heel persoonlijke fictie gebaseerd op ware gebeurtenissen. Na de 40 dagen die Bregje van huis is, rest haar slechts één conclusie: “Er zijn niet veel manieren om te zeggen dat het voorbij is.” Het sprookje is ten einde.
De roman kent een vernuftige structuur, bestaande uit diverse onderdelen die een geheel vormen en samen een goed beeld geven van de ik-persoon in verschillende fases van haar leven en een goed beeld van de relatie van Bregje en Luc en uiteindelijk het mislukken van deze relatie.
Allereerst is er de proloog die draait om mythen.
Vervolgens zijn er drie delen, getiteld: ‘Er was eens’, ‘De anderen’ en ‘Onderwereld’. Deze drie delen geven een overzicht van de 40 (!) dagen die Bregje van huis is.
Daartussendoor zijn er stukken uit de dagboeken die Bregje heeft bijgehouden en teksten die haar ouders over haar hebben geschreven in bijvoorbeeld fotoalbums.
Tenslotte zijn er stukken uit de debuutroman ‘De welp’ die de hoofdpersoon geschreven heeft en waarin de jeugdherinneringen van Bregje centraal staan. Deze stukken worden onderbroken door allerlei gedachten en filosofische beschouwingen over het leven, de liefde en de kracht van taal.
‘Drift’ is het relaas van een jeugdliefde en een zoektocht naar de eigen identiteit. Het is een roman over het ontstaan en de teloorgang van een grote, eerste liefde, “Ik heb je ingelijfd tot ik je haatte als mezelf”, over het geven en nemen in een relatie, over in hoeverre je jezelf kunt blijven in een relatie. Herinneringen en de betrouwbaarheid van herinneringen vormen een ander belangrijk thema. Het is ook een roman over opgroeien, het groeien van klein meisje tot vrouw en geliefde.
Hofstede hanteert een taal die rijk is aan beelden, die vernieuwend en origineel is en die tot nadenken aanzet. “Ik denk dat je nooit de omvang van de woordenstroom beseft had die er achter mijn stilte schuilging, tot je hem zelf de trappen op sjouwde en hij een plek innam in onze woonkamer.”
Het is een taal die sprankelt en opvallend is, maar die ook scherp en pijnlijk confronterend kan zijn. Hofstede hecht waarde aan de vorm van de taal en schrijft weloverwogen en precies. De stijl van schrijven is persoonlijk, observerend en beschouwend, soms ook wat té mooi en bedacht. “Ik ben bang dat ik je interesse verlies zodra je ziet dat mijn torenende silhouet -mijn ijzeren routines, mijn beslistheid- alleen jouw lange schaduw is, rechtop gezet.”
‘Drift’ is een persoonlijke, originele roman die het verdient met aandacht gelezen te worden. Hofstede is er niet op uit zaken mooier voor te stellen dan ze zijn. Soms is de roman heel confronterend, wat maakt dat de sympathie van de lezer niet vanzelfsprekend bij de hoofdpersoon ligt. Er wordt een mooi beeld gegeven van de, soms verwarrende, gevoelens van de hoofdpersoon.
De ik-persoon, genaamd Bregje, besluit op een avond, na 10 jaar huwelijk, weg te lopen van deze relatie en op zoek te gaan naar zichzelf en naar de waarde van de relatie Ze neemt alleen een rugzak mee met daarin haar dagboeken en schriften. Reizend van Airbnb naar Airbnb probeert zij een beeld te krijgen van zichzelf, van alle Bregjes die ze in de loop der jaren is geweest, van haar relatie met haar jeugdliefde en wat deze relatie heeft betekend voor wie zij geworden is. De roman is fictie, maar heel persoonlijke fictie gebaseerd op ware gebeurtenissen. Na de 40 dagen die Bregje van huis is, rest haar slechts één conclusie: “Er zijn niet veel manieren om te zeggen dat het voorbij is.” Het sprookje is ten einde.
De roman kent een vernuftige structuur, bestaande uit diverse onderdelen die een geheel vormen en samen een goed beeld geven van de ik-persoon in verschillende fases van haar leven en een goed beeld van de relatie van Bregje en Luc en uiteindelijk het mislukken van deze relatie.
Allereerst is er de proloog die draait om mythen.
Vervolgens zijn er drie delen, getiteld: ‘Er was eens’, ‘De anderen’ en ‘Onderwereld’. Deze drie delen geven een overzicht van de 40 (!) dagen die Bregje van huis is.
Daartussendoor zijn er stukken uit de dagboeken die Bregje heeft bijgehouden en teksten die haar ouders over haar hebben geschreven in bijvoorbeeld fotoalbums.
Tenslotte zijn er stukken uit de debuutroman ‘De welp’ die de hoofdpersoon geschreven heeft en waarin de jeugdherinneringen van Bregje centraal staan. Deze stukken worden onderbroken door allerlei gedachten en filosofische beschouwingen over het leven, de liefde en de kracht van taal.
‘Drift’ is het relaas van een jeugdliefde en een zoektocht naar de eigen identiteit. Het is een roman over het ontstaan en de teloorgang van een grote, eerste liefde, “Ik heb je ingelijfd tot ik je haatte als mezelf”, over het geven en nemen in een relatie, over in hoeverre je jezelf kunt blijven in een relatie. Herinneringen en de betrouwbaarheid van herinneringen vormen een ander belangrijk thema. Het is ook een roman over opgroeien, het groeien van klein meisje tot vrouw en geliefde.
Hofstede hanteert een taal die rijk is aan beelden, die vernieuwend en origineel is en die tot nadenken aanzet. “Ik denk dat je nooit de omvang van de woordenstroom beseft had die er achter mijn stilte schuilging, tot je hem zelf de trappen op sjouwde en hij een plek innam in onze woonkamer.”
Het is een taal die sprankelt en opvallend is, maar die ook scherp en pijnlijk confronterend kan zijn. Hofstede hecht waarde aan de vorm van de taal en schrijft weloverwogen en precies. De stijl van schrijven is persoonlijk, observerend en beschouwend, soms ook wat té mooi en bedacht. “Ik ben bang dat ik je interesse verlies zodra je ziet dat mijn torenende silhouet -mijn ijzeren routines, mijn beslistheid- alleen jouw lange schaduw is, rechtop gezet.”
‘Drift’ is een persoonlijke, originele roman die het verdient met aandacht gelezen te worden. Hofstede is er niet op uit zaken mooier voor te stellen dan ze zijn. Soms is de roman heel confronterend, wat maakt dat de sympathie van de lezer niet vanzelfsprekend bij de hoofdpersoon ligt. Er wordt een mooi beeld gegeven van de, soms verwarrende, gevoelens van de hoofdpersoon.
1
Reageer op deze recensie