Lezersrecensie
"Een fata morgana in neon"
Ilja Leonard Pfeijffer (Rijswijk 1968) is dichter, schrijver en classicus. In 2014 won hij de Libris Literatuurprijs voor zijn roman La Superba. Peachez, een romance, maakt onderdeel uit van de Steppolitetralogie en staat op de shortlist van de Libris literatuurprijs 2018. Pfeiffer woont in Genua. Voor Peachez, een romance, werd de schrijver geïnspireerd door het waargebeurde verhaal van deeltjesfysicus Paul Frampton die verliefd werd op fotomodel Denise Milani.
‘In het paars was zij mijn bruid. In het rood lag zij met hoorntjes als klimop over de bank. In het blauw zat zij altijd op bed als een foto, en ik heb haar nooit oprechter zien lachen dan in het geel, bijna oranje zo warm”.
De ik-verteller, professor, in de herfsttij van zijn bestaan en in afwachting van zijn proces, vertelt in retrospectief vanuit de Complejo Penitenciario Conurbano Bonaerense Norte in Buenos Aires, wat hem is overkomen. Hij heeft de liefde van zijn leven ontmoet maar moet daar nu voor boeten.
Via de steeg van de Volmaakte Liefde gaat de professor dagelijks te voet naar de faculteit. Hij leeft voor zijn werk en ademt klassieke talen, schrijvers en citaten. Op een dag opent hij een e-mail van ene Sarah, een e-mail die zijn leven zal veranderen. Aanvankelijk benadert de professor Sarah als leraar, later wordt hij steeds meer een verliefde man. Hij valt als een blok voor Sarah, die geïnteresseerd is in de klassieke mythologie, plaatst haar op een voetstuk, aanbidt haar. De liefde voor Sarah is voor de professor echt, hij wil erin geloven. Het betreft hier een geestelijke liefde, een verbintenis tussen geloof, hoop en liefde. Ondanks het feit dat het onwaarschijnlijk is dat een mooie jonge vrouw verliefd wordt op een oudere, enigszins wereldvreemde en zonderlinge professor, wil hij de alarmbellen niet horen en stort hij zich in een avontuur met ongewisse afloop.
Taalvirtuoos Pfeijffer gebruikt lange, complexe zinnen met veel bijzinnen, vergelijkingen, citaten en verwijzingen. De schrijver gaat hier niet bepaald subtiel mee om, waardoor het op den duur wat te overdadig wordt. Maar het plezier in het schrijven, dat duidelijk aanwezig is en de humoristische benadering van de professor, maken het verhaal een genot om te lezen.
Pfeiffer verwijst niet alleen naar diverse klassieke schrijvers en hun werk, maar ook naar werk van eigen hand. Zo verwijst hij naar twee andere delen van de Steppolitetralogie (Dolores en Rupert) en naar het gedicht Rondeel, dat op zijn beurt weer verwijst naar een gedicht van E.E. Cummings.
Mooi laat Pfeijffer het verschil in eloquentie naar voren komen tussen de professor en Sarah.
Het verhaal staat bol van de tegenstellingen zoals erudiet tegenover minder geschoold, deftige taal tegenover straattaal, oudere man tegenover jonge vrouw, glitter en glans en vluchtigheid tegenover klassieke cultuur, de wereld van de geest tegenover de wereld van het lichaam en wellicht de belangrijkste: echt tegenover niet echt, feit tegenover fictie.
Want naast de liefde en aanbidding, draait het in Peachez, een romance, vooral om dat spel tussen waarheid en verzinsel. Ook al is de liefde voor Peachez een illusie, een fantasie, “een fata morgana in neon”, de professor ervaart deze als waarachtig en wordt er een completer mens door. In zijn leefwereld van de geest is plaats gekomen voor aardse zaken, hij is afgedaald van zijn wetenschappelijke berg, leert de taal van de gewone mensen, “Fuck mijn werk..”.
Nadeel van de mooie taal en schrijfstijl is dat de professor op afstand blijft, niet volledig tot leven komt en het verhaal nooit onder de huid van de lezer kruipt. Hierdoor ontstaat weliswaar begrip voor het handelen van de professor, maar geen sympathie.
‘In het paars was zij mijn bruid. In het rood lag zij met hoorntjes als klimop over de bank. In het blauw zat zij altijd op bed als een foto, en ik heb haar nooit oprechter zien lachen dan in het geel, bijna oranje zo warm”.
De ik-verteller, professor, in de herfsttij van zijn bestaan en in afwachting van zijn proces, vertelt in retrospectief vanuit de Complejo Penitenciario Conurbano Bonaerense Norte in Buenos Aires, wat hem is overkomen. Hij heeft de liefde van zijn leven ontmoet maar moet daar nu voor boeten.
Via de steeg van de Volmaakte Liefde gaat de professor dagelijks te voet naar de faculteit. Hij leeft voor zijn werk en ademt klassieke talen, schrijvers en citaten. Op een dag opent hij een e-mail van ene Sarah, een e-mail die zijn leven zal veranderen. Aanvankelijk benadert de professor Sarah als leraar, later wordt hij steeds meer een verliefde man. Hij valt als een blok voor Sarah, die geïnteresseerd is in de klassieke mythologie, plaatst haar op een voetstuk, aanbidt haar. De liefde voor Sarah is voor de professor echt, hij wil erin geloven. Het betreft hier een geestelijke liefde, een verbintenis tussen geloof, hoop en liefde. Ondanks het feit dat het onwaarschijnlijk is dat een mooie jonge vrouw verliefd wordt op een oudere, enigszins wereldvreemde en zonderlinge professor, wil hij de alarmbellen niet horen en stort hij zich in een avontuur met ongewisse afloop.
Taalvirtuoos Pfeijffer gebruikt lange, complexe zinnen met veel bijzinnen, vergelijkingen, citaten en verwijzingen. De schrijver gaat hier niet bepaald subtiel mee om, waardoor het op den duur wat te overdadig wordt. Maar het plezier in het schrijven, dat duidelijk aanwezig is en de humoristische benadering van de professor, maken het verhaal een genot om te lezen.
Pfeiffer verwijst niet alleen naar diverse klassieke schrijvers en hun werk, maar ook naar werk van eigen hand. Zo verwijst hij naar twee andere delen van de Steppolitetralogie (Dolores en Rupert) en naar het gedicht Rondeel, dat op zijn beurt weer verwijst naar een gedicht van E.E. Cummings.
Mooi laat Pfeijffer het verschil in eloquentie naar voren komen tussen de professor en Sarah.
Het verhaal staat bol van de tegenstellingen zoals erudiet tegenover minder geschoold, deftige taal tegenover straattaal, oudere man tegenover jonge vrouw, glitter en glans en vluchtigheid tegenover klassieke cultuur, de wereld van de geest tegenover de wereld van het lichaam en wellicht de belangrijkste: echt tegenover niet echt, feit tegenover fictie.
Want naast de liefde en aanbidding, draait het in Peachez, een romance, vooral om dat spel tussen waarheid en verzinsel. Ook al is de liefde voor Peachez een illusie, een fantasie, “een fata morgana in neon”, de professor ervaart deze als waarachtig en wordt er een completer mens door. In zijn leefwereld van de geest is plaats gekomen voor aardse zaken, hij is afgedaald van zijn wetenschappelijke berg, leert de taal van de gewone mensen, “Fuck mijn werk..”.
Nadeel van de mooie taal en schrijfstijl is dat de professor op afstand blijft, niet volledig tot leven komt en het verhaal nooit onder de huid van de lezer kruipt. Hierdoor ontstaat weliswaar begrip voor het handelen van de professor, maar geen sympathie.
1
Reageer op deze recensie