Lezersrecensie
Wat een tegenvaller, na al die lovende recensies.
Dit boek won de Booker Prize 2023.
Het begint als een dystopisch verhaal, maar even later wordt het gewoon een oorlogsverhaal.
Een of andere gewelddadige organisatie neemt de macht over.
De man van het hoofdpersonage is een vakbondsleider en wordt opgepakt. Heel wat mensen verdwijnen zomaar. Er zijn betogingen, die hardhandig worden neergeslagen.
Dan komen de rebellen, maar die brengen niet bepaald een verbetering. Opeens is het oorlog. (Dat is niet dystopisch.)
En het vrouwelijke hoofdpersonage, een wetenschapster, zit daar met 3 kinderen. (Ze had er 4, maar de oudste zoon is ondergedoken of vecht samen met de rebellen? Ze hoort niks meer van hem.)
Ondertussen heeft zij ook nog een dementerende vader, die haar zorgen baart.
Wat mij opviel, was dat zij de hele dag niets anders doet dan speelgoed oprapen, eten klaarmaken, een was laten draaien, naar de winkel rennen, rondzeulen met haar jongste spruit, haar twee rotverwende pubers op hun wenken bedienen, hen zelfs inzepen onder de douche, ...
Niet te doen! Zou haar leven er zonder oorlog ook zo uitzien? Ja, waarschijnlijk wel. En zij vindt dat normaal.
Ik begrijp niet dat dit boek zo veel sterren krijgt.
En dan die rare zinnen:
"...hem in de balsem van haar woede baden." (blz.78)
"...alsof er voor hun voeten op het beton een vage gedachte ligt." (blz.150)
"...onder de trap zoekt ze haar verfkrabber maar in plaats daarvan ziet ze haar vernedering liggen..." (blz..151) (Dit slaat wel alles, vind ik.)
"Wrok is verdriet vermomd in kleren van hoop." (blz.185)
"...als van een bezoekende god, een bonkend geraas dat haar hart doet bonken..." (blz.191)
"Ze blijft staan met stamelende handen." (blz.51)
Het begint als een dystopisch verhaal, maar even later wordt het gewoon een oorlogsverhaal.
Een of andere gewelddadige organisatie neemt de macht over.
De man van het hoofdpersonage is een vakbondsleider en wordt opgepakt. Heel wat mensen verdwijnen zomaar. Er zijn betogingen, die hardhandig worden neergeslagen.
Dan komen de rebellen, maar die brengen niet bepaald een verbetering. Opeens is het oorlog. (Dat is niet dystopisch.)
En het vrouwelijke hoofdpersonage, een wetenschapster, zit daar met 3 kinderen. (Ze had er 4, maar de oudste zoon is ondergedoken of vecht samen met de rebellen? Ze hoort niks meer van hem.)
Ondertussen heeft zij ook nog een dementerende vader, die haar zorgen baart.
Wat mij opviel, was dat zij de hele dag niets anders doet dan speelgoed oprapen, eten klaarmaken, een was laten draaien, naar de winkel rennen, rondzeulen met haar jongste spruit, haar twee rotverwende pubers op hun wenken bedienen, hen zelfs inzepen onder de douche, ...
Niet te doen! Zou haar leven er zonder oorlog ook zo uitzien? Ja, waarschijnlijk wel. En zij vindt dat normaal.
Ik begrijp niet dat dit boek zo veel sterren krijgt.
En dan die rare zinnen:
"...hem in de balsem van haar woede baden." (blz.78)
"...alsof er voor hun voeten op het beton een vage gedachte ligt." (blz.150)
"...onder de trap zoekt ze haar verfkrabber maar in plaats daarvan ziet ze haar vernedering liggen..." (blz..151) (Dit slaat wel alles, vind ik.)
"Wrok is verdriet vermomd in kleren van hoop." (blz.185)
"...als van een bezoekende god, een bonkend geraas dat haar hart doet bonken..." (blz.191)
"Ze blijft staan met stamelende handen." (blz.51)
1
8
Reageer op deze recensie