Auster’s potentiele meesterwerk
Een grootse roman, hoogtepunt in zijn oeuvre, bekroning op dertig jaar schrijverschap. Althans, zo luidde ongeveer de aankondiging van 4 3 2 1, de nieuwste roman van Paul Auster (1947). Niet zo vreemd, aangezien de auteur zeven jaar aan dit 941 pagina’s tellende boek werkte. Daarbij is Auster zonder twijfel één van de meest interessante Amerikaanse auteurs van de afgelopen decennia. Maakt hij de hooggespannen verwachtingen waar?
4 3 2 1 vertelt het levensverhaal van een zekere Archibald Isaac Ferguson. Hij wordt geboren in 1947 als zoon van Rose en Stanley Ferguson, waarna zijn leven vier verschillende wendingen neemt. Vier verhalen van vier Archie’s worden parallel verteld. Elke Archie maakt andere dingen mee; van ingrijpende gebeurtenissen tot onbeduidend lijkende toevalligheden. Zo ontwikkelt elke Archie zich op zijn eigen manier.
Een fascinerend uitgangspunt voor een in potentie briljante roman. Welke gevolgen hebben de keuzes die je maakt, klein of groot? Het toeval is een favoriet thema van Auster, en het surrealistische element is hem zeker toevertrouwd. De auteur vestigde zijn naam met de absurdistische detectiveverhalen van de New York Trilogie, en ook in een boek als Mr. Vertigo speelde Auster met de wetten van de realiteit. Ander werk was juist meer levensecht, en iets minder spannend, zoals Brooklyn Dwaasheid en Sunset Park.
Het experiment met de vier evenwijdige levens daargelaten, blijft ook 4 3 2 1 in meer realistische, om niet te zeggen prozaïsche, sferen. Auster zet de vier paden lineair uit, waarbij hij veel vertelt en weinig laat zien. Vier keer worden de jongens verliefd, vier keer gaat Kennedy dood, komen de studentenprotesten van de jaren zestig voorbij, is de Vietnamoorlog op de achtergrond aanwezig. De Archie met de meest afwijkende levensloop is ook het meest boeiende personage, juist omdat hij meer met zichzelf bezig is dan met de wereldpolitiek. Bij de andere drie moet je vaak even terugbladeren: welke was dit nou? De vele herhalingen en gedetailleerde vertellingen halen de vaart uit het verhaal, en zorgen er ook voor dat de karakters meer inwisselbaar worden. Iets wat je juist wilt voorkomen in een dergelijk vertelexperiment, zou je zeggen. Het had wellicht een hoop gescheeld als van elke Archie zeker honderd bladzijden geschrapt waren, waarmee er minder ruimte was geweest voor bijzaken.
Toch, Auster blijft Auster. Een echt saai karakter kan hij niet schrijven, en ook zijn Archies zijn ietsje vreemd en innemend. Hun honger naar boeken, kunst en film werkt inspirerend: zou je 4 3 2 1 lezen met een notitieblok ernaast, dan kon je een lijst opstellen die een grondige introductiecursus tot de wereldliteratuur zou vormen.
Het filosofische gegeven dat Auster in deze roman gebruikt, is zeker intrigerend. Archie Ferguson groeit op als een rijke jongen en als een jongen die net kan rondkomen. Hij heeft een liefhebbende vader, een afstandelijke vader, en een dode vader. Hij groeit op in een saaie buitenwijk, hij groeit op in hartje New York. Maar ondanks die verschillen wordt hij elke keer een boekenliefhebber en een schrijver, en droomt hij over één en hetzelfde meisje. Is er dus zoiets als het lot?
Niettemin maakt 4 3 2 1 heel duidelijk dat een boek niet kan drijven op één goed idee. Het moet ook goed verteld worden, het moet de lezer beroeren en aan het denken zetten. Daar schiet Auster deze keer tekort. Het is te hopen dat hij niet van plan was om met pensioen te gaan na het afleveren van zijn beoogde magnum opus, maar er in plaats daarvan nog eens voor gaat zitten om een boek te schrijven van pakweg vierhonderd pagina’s. Dat zou een mooie bekroning kunnen zijn van vijfendertig jaar schrijverschap.
Reageer op deze recensie